1
Selecteer [Menu] >
> [Netwerktype] en druk vervolgens op
[OK].
2
Selecteer een netwerktype en druk op
[OK].
» De instelling wordt opgeslagen.
Flashsignaalduur instellen
Zorg ervoor dat de flashsignaalduur goed
is ingesteld om tijdens een gesprek een
tweede gesprek te kunnen aannemen.
Meestal is de telefoon al ingesteld op de
juiste flashsignaalduur. U kunt kiezen uit 3
opties: [Kort], [Middel] en [Lang]. Het aantal
beschikbare opties kan per land verschillen.
Neem voor meer informatie contact op met de
serviceprovider.
1
Selecteer [Menu] >
> [Flashduur] en druk op [OK] om te
bevestigen.
2
Selecteer een optie en druk op [OK] om
te bevestigen.
» De instelling wordt opgeslagen.
Kiesmodus
Opmerking
•
Deze functie verschilt per land en is alleen beschikbaar
op modellen die zowel puls- als toonkiezen
ondersteunen.
De kiesmodus moet worden ingesteld op het
telefoonsignaal dat in uw land wordt gebruikt.
De telefoon ondersteunt toonkiezen (DTMF)
en pulskiezen (kiesschijf). Neem voor meer
informatie contact op met de serviceprovider.
1
Selecteer [Menu] >
> [Kiesmodus] en druk op [OK] om te
bevestigen.
2
Selecteer een optie en druk op [OK] om
te bevestigen.
» De instelling wordt opgeslagen.
> [Gespreksinst.]
> [Gespreksinst.]
> [Gespreksinst.]
Eerste beltoon
Als u bij de serviceprovider nummerherkenning
hebt geactiveerd, kan de telefoon de eerste
beltoon onderdrukken voordat de naam van
de beller op het scherm wordt weergegeven.
Nadat de telefoon is gereset, kan deze
automatisch nummerherkenning detecteren
indien aanwezig en de eerste beltoon
onderdrukken. U kunt deze functie naar
wens wijzigen. Deze functie is uitsluitend van
toepassing op modellen met ondersteuning van
de functie eerste beltoon.
De eerste beltoon in-/uitschakelen
1
Selecteer [Menu] >
> [1ste beltoon] en druk op [OK] om te
bevestigen.
2
Selecteer [Aan]/[Uit] en druk op [OK]
om te bevestigen.
» De instelling wordt opgeslagen.
Opmerking
•
Als u de status van de eerste beltoon opnieuw
wilt instellen, gaat u naar het resetmenu (zie
'Standaardinstellingen herstellen' op pagina 39).
Uitgaande lijn
U kunt kiezen of u toegang wilt tot de vaste of
mobiele lijn.
1
Selecteer [Menu] >
> [Uitgaande lijn] en druk op [OK] om te
bevestigen.
2
Selecteer een nieuwe instelling en druk op
[OK] om te bevestigen.
» De instelling wordt opgeslagen.
Tip
•
Als u op de handset [Automatisch] selecteert,
wordt de niet-actieve lijn voor oproepen vooraf
geselecteerd. De [Vaste lijn] krijgt hierbij voorrang.
Selecteer vervolgens [Mobiel 1] en [Mobiel 2]. Als u
[Handmatig] kiest, kunt u een keuze maken tussen de
drie pictogrammen.
> [Gespreksinst.]
> [Gespreksinst.]
NL
37