Samenvatting van Inhoud voor Endress+Hauser Micropilot NMR81
Pagina 1
Deze handleiding is een beknopte handleiding en geen vervanging voor de bedieningshandleiding die hoort bij het instrument. Gedetailleerde informatie over het instrument is opgenomen in de bedieningshandleiding en de andere documentatie: Beschikbaar voor alle instrumentversies via: • Internet: www.endress.com/deviceviewer • Smartphone/tablet: Endress+Hauser Operations App...
Pagina 2
Micropilot NMR81 Order code: XXXXX-XXXXXX Ser. no.: XXXXXXXXXXXX Ext. ord. cd.: XXX.XXXX.XX Serial number www.endress.com/deviceviewer Endress+Hauser Operations App A0023555 Endress+Hauser...
Over dit document Micropilot NMR81 VOORZICHTIG Dit symbool wijst op een gevaarlijke situatie. Wanneer deze situatie niet wordt vermeden, kan licht of middelzwaar letsel ontstaan. LET OP Dit symbool bevat informatie over procedures of andere feiten, die niet kunnen resulteren in persoonlijk letsel.
Pagina 5
Micropilot NMR81 Over dit document verboden Procedures, processen of handelingen die verboden zijn Tip Geeft aanvullende informatie Verwijzing naar documentatie Verwijzing naar afbeelding Aan te houden instructie of individuele handelingsstap Handelingsstappen Resultaat van de handelingsstap Visuele inspectie Bediening via bedieningstool Schrijfbeveiligde parameter 1, 2, 3, ...
Een overzicht van de omvang van de bijbehorende technische documentatie bieden: • W@M Device Viewer (www.endress.com/deviceviewer): voer het serienummer van de typeplaat in • De Endress+Hauser Operations App: voer het serienummer van de typeplaat in of scan de matrixcode op de typeplaat 1.2.1...
Micropilot NMR81 Fundamentele veiligheidsinstructies Fundamentele veiligheidsinstructies Voorwaarden voor het personeel Het personeel moet aan de volgende eisen voldoen: ‣ Opgeleide, gekwalificeerde specialisten moeten een relevante kwalificatie hebben voor deze specifieke functie en taak. ‣ Zijn geautoriseerd door de exploitant/eigenaar van de installatie.
2.5.1 CE-markering Het meetsysteem voldoet aan de wettelijke voorschriften van de geldende EG-richtlijnen. Deze zijn opgenomen in de bijbehorende EU-conformiteitsverklaring samen met de toegepaste normen. Endress+Hauser bevestigt het succesvol testen van het instrument met het aanbrengen van de CE-markering. Endress+Hauser...
Productbeschrijving Productbeschrijving Productopbouw A0027765 1 Constructie van Micropilot NMR81 Elektronicabehuizing Display- en bedieningsmodule (kan worden bediend zonder het deksel te openen) Uitlijninrichting voor antenne 100 mm (4 in) Nivelleereenheid (gebruikt om de correcte uitlijning van de antenne te controleren)
• W@M Device Viewer (www.endress.com/deviceviewer): voer het serienummer van de typeplaat in • De Endress+Hauser Operations App: voer het serienummer van de typeplaat in of scan de matrixcode op de typeplaat Een overzicht van de omvang van de bijbehorende technische documentatie bieden: •...
Micropilot NMR81 Installatie Installatie Montagevoorwaarden 5.1.1 Montagepositie Algemene voorwaarden • Installeer niet in het midden van de tank. • Installeer niet boven een vulstroom. • Vermijd installaties in de tank (bijv. niveauschakelaars, temperatuursondes) binnen de signaalbundel. Minimale wandafstand Meetbereik Minimale wandafstand Antenne 50 mm/2"...
Pagina 12
Installatie Micropilot NMR81 Binnendiameter nozzle (ØD) Maximale nozzlelengte (H Antenne AB Antenne AC: Antenne AD: 50 mm/2" 80 mm/3" 100 mm/4" > 45 mm (1,77 in); ≤ 75 mm (2,95 in) 600 mm (24 in) > 75 mm (2,95 in); ≤ 95 mm (3,74 in)
Micropilot NMR81 Installatie 5.1.3 Verticale uitlijning van de 50 mm (2") en 80 mm (3") antenne Voor een optimale meetnauwkeurigheid moet de antenne worden geïnstalleerd onder een rechte hoek ten opzichte van het mediumoppervlak. Een instelbare afdichting is leverbaar voor de uitlijning.
Pagina 14
Installatie Micropilot NMR81 5.1.4 Verticale uitlijning van de 100 mm (4") antenne Voor een optimale meetnauwkeurigheid moet de antenne worden geïnstalleerd onder een rechte hoek ten opzichte van het mediumoppervlak. Voor dit doel heeft de 100 mm (4") antenne altijd een uitlijneenheid. Een nivelleereenheid die de correcte uitlijning aangeeft is bevestigd op het uitlijneenheid.
Micropilot NMR81 Elektrische aansluiting Elektrische aansluiting Klembezetting POWER POWER G1 N AC 85...264 V G3 L A0026372 4 Klemmencompartiment (typisch voorbeeld) en aardklemmen Klemmen A/B/C/D (slots voor I/O-modules) Module: tot maximaal vier I/O-modules, afhankelijk van de bestelcode • Modules met vier klemmen kunnen in elk van deze slots worden geplaatst.
Elektrische aansluiting Micropilot NMR81 Klemmen G (voor laagspanning DC-voeding) • G1: L- • G2: niet aangesloten • G3: L+ Klemmen: randaarde Module: randaardeaansluiting (M4-schroef) A0018339 5 Klemmen: randaarde 6.1.1 Voedingsspanning POWER POWER G1 N AC 85...264 V A0033413 Niet aangesloten Groene LED: geeft actieve voedingsspanning aan De voedingsspanning is ook vermeld op de typeplaat.
Pagina 17
Micropilot NMR81 Elektrische aansluiting Laagspanning DC-voeding: Bedrijfswaarde: 24 … 55 V (- 20 % + 15 %) = 19 … 64 V Opgenomen vermogen Maximaal vermogen hangt af van de configuratie van de modules. Omdat de waarde een maximaal schijnbaar vermogen aangeeft, moeten de kabels overeenkomstig worden geselecteerd.
Elektrische aansluiting Micropilot NMR81 6.1.2 Separate display- en bedieningsmodule DKX001 81 82 83 84 F1 F2 F3 F4 POWER A0037025 6 Aansluiting van de separate display- en bedieningsmodule DKX001 op het tankmeetinstrument (NMR8x, NMS8x of NRF8x) Separate display- en bedieningsmodule...
Pagina 19
Micropilot NMR81 Elektrische aansluiting 6.1.3 HART Ex i/IS-interface POWER A0033414 Oranje LED: geeft actieve data-communicatie aan Deze interface werkt altijd als de HART-master voor aangesloten HART-slave- transmitters. De analoge I/O-modules, aan de andere kant, kunnen worden geconfigureerd als een HART-master of -slave → 23 → 26.
Elektrische aansluiting Micropilot NMR81 6.1.4 Slots voor I/O-modules Het aansluitcompartiment bevat vier slots (A, B, C en D) voor I/O-modules. Afhankelijk van de instrumentversie (bestelcodes 040, 050 en 060) bevatten deze slots verschillende I/O- modules. De slottoekenning voor het betreffende instrument is ook gespecificeerd op een label aan de achterzijde van het deksel aan de achterkant van de displaymodule.
Micropilot NMR81 Elektrische aansluiting 6.1.5 Klemmen van de "Modbus"-module, "V1"-module of "WM550"-module 1 2 3 4 D1-4 1 2 3 4 POWER A1-4 A0031200 7 Toekenning van de "Modbus", "V1" of "WM550" modules (voorbeelden) afhankelijk van de instrumentversie kunnen de modules ook in slot B of C zitten.
Pagina 22
Elektrische aansluiting Micropilot NMR81 Klemmen van de "V1" en "WM550" module Identificatie van de module in het bedieningsmenu: V1 X1-4 of WM550 X1-4; (X = A, B, C of • X1 • Klemnaam: S • Beschrijving: kabelafscherming aangesloten via een condensator op AARDE •...
Micropilot NMR81 Elektrische aansluiting 6.1.6 Aansluiting van de "Analoge I/O" module voor passief bedrijf • Bij het passieve bedrijf moet de voedingsspanning voor de communicatieverbinding worden geleverd door een externe bron. • De bedrading moet worden uitgevoerd conform de gewenste bedrijfsmodus van de analoge I/O-module, zie de tekeningen hierna.
Pagina 24
Elektrische aansluiting Micropilot NMR81 "Bedrijfsmodus" = "4..20mA input" or "HART master+4..20mA input" POWER – A0027933 9 Passief bedrijf van de Analoge I/O-module in de ingangsmodus Voedingsspanning Extern instrument met 4...20 mA en/of HART-signaaluitgang Endress+Hauser...
Pagina 25
Micropilot NMR81 Elektrische aansluiting "Bedrijfsmodus" = "HART master" POWER – A0027934 10 Passief bedrijf van de Analoge I/O-module in de HART-mastermodus Voedingsspanning Maximaal 6 externe instrumenten met HART-signaaluitgang Endress+Hauser...
Elektrische aansluiting Micropilot NMR81 6.1.7 Aansluiting van de "Analoge I/O" module voor actief bedrijf • In actief bedrijf wordt de voedingsspanning voor de communicatieverbinding door het instrument zelf geleverd. Een externe voeding is niet nodig. • De bedrading moet worden uitgevoerd conform de gewenste bedrijfsmodus van de analoge I/O-module, zie de tekeningen hierna.
Pagina 27
Micropilot NMR81 Elektrische aansluiting "Bedrijfsmodus" = "4..20mA input" or "HART master+4..20mA input" POWER A0027935 12 Actief bedrijf van de Analoge I/O-module in de ingangsmodus Extern instrument met 4...20 mA en/of HART-signaaluitgang Endress+Hauser...
Pagina 28
Elektrische aansluiting Micropilot NMR81 "Bedrijfsmodus" = "HART master" POWER A0027936 13 Actief bedrijf van de Analoge I/O-module in de HART-mastermodus Maximaal 6 externe instrumenten met HART-signaaluitgang Het maximale stroomverbruikt van de aangesloten HART-instrumenten is 24 mA (bijv. 4 mA per instrument wanneer 6 instrumenten zijn aangesloten).
Micropilot NMR81 Elektrische aansluiting 6.1.8 Aansluiting van een RTD A0026371 4-draads RTD-aansluiting 3-draads RTD-aansluiting 2-draads RTD-aansluiting Gebruik een afgeschermde kabel voor de aansluiting van de RTD. Endress+Hauser...
Elektrische aansluiting Micropilot NMR81 6.1.9 Klemmen van de "Digitale I/O"-module 1 2 3 4 5 6 7 C1-2 C3-4 1 2 3 4 POWER A1-2 A3-4 A0026424 14 Toekenning van de digitale ingangen of uitgangen (voorbeelden) • Elke digitale I/O-module voorziet in twee digitale ingangen of uitgangen.
Micropilot NMR81 Elektrische aansluiting Aansluitspecificaties 6.2.1 Kabelspecificatie Klemmen Aderdiameter 0,2 … 2,5 mm (24 … 13 AWG) Gebruik voor klemmen met functie: signaalkabel en voedingsspanning • Veerklemmen (NMx8x-xx1...) • Schroefklemmen (NMx8x-xx2...) Aderdiameter max. 2,5 mm (13 AWG) Gebruik voor klemmen met functie: aardklem in aansluitcompartiment Aderdiameter max.
Elektrische aansluiting Micropilot NMR81 Waarborgen beschermingsklasse Om de gespecificeerde beschermingsklasse te garanderen, moeten de volgende stappen worden uitgevoerd na de elektrische aansluiting: Controleer of de afdichtingen van de behuizing schoon zijn en correct zijn geplaatst. Droog, reinig of vervang de afdichtingen indien nodig.
Micropilot NMR81 Inbedrijfname Inbedrijfname Bedieningsmethoden 7.1.1 Bediening via het lokaal display A0028345 15 Display- en bedieningselementen Liquid crystal display (LCD) Optische toetsen; kunnen worden bediend door het glas heen. Plaats bij gebruik zonder afdekglas uw vinger voor de optische sensor om deze te activeren. Druk niet te hard.
Pagina 34
Inbedrijfname Micropilot NMR81 Standaardweergave (meetwaardedisplay) X X X X X X X 4841.00 A0028317 16 Typisch uiterlijk van de standaardweergave (meetwaardedisplay) Displaymodule Instrument-tag Statusgebied Displaygebied voor meetwaarden Displaygebied voor meetwaarde en statussymbolen Statussymbool meetwaarde Zie voor de betekenis van de displaysymbolen de bedieningshandleiding (BA) van het instrument.
Snelle wachtwoord Displaygebied voor navigatie 7.1.2 Bediening via service interface en FieldCare/DeviceCare A0023737 18 Bediening via service-interface Service interface (CDI = Endress+Hauser Common Data Interface) Commubox FXA291 Computer met "FieldCare" of "DeviceCare" bedieningstool en "CDI Communication FXA291" COM DTM Endress+Hauser...
Inbedrijfname Micropilot NMR81 Terminologie gerelateerd aan tankmeting A0029794 19 Terminologie gerelateerd aan radartankmeting Referentiehoogte meetinstrument Empty Leeginregeling Tank ullage Tank level Tank reference height Afstand Referentie voor peilmeting Endress+Hauser...
Micropilot NMR81 Inbedrijfname Initiële instellingen 7.3.1 Instellen van de displaytaal Instellen van de displaytaal via de displaymodule Druk in de standaardweergave () op "E". Kies, indien nodig Toetsenvergrendeling uit uit het contextmenu en druk nogmaals op "E". De Parameter Language verschijnt.
Pagina 38
Inbedrijfname Micropilot NMR81 Gebruik de volgende parameters om de datum en tijd in te stellen: Year, Month, Day, Hour, Minutes. Ga naar Parameter Datum instellen en kies Optie Confirm time. De real-time klok is ingesteld op de actuele datum en tijd.
Micropilot NMR81 Inbedrijfname Configuratie van de radarmeting 7.4.1 Basisinstellingen Submenu: Setup Parameter Betekenis/actie Instrument-tag Definieer een naam om het meetpunt binnen de installatie te definiëren. Units preset Voer een set eenheden in voor lengte, druk en temperatuur. Empty Voer de afstand vanaf de onderste rand van de instrumentflens tot het leegniveau in.
Inbedrijfname Micropilot NMR81 Configuratie van de ingangen 7.5.1 Configuratie van de HART-ingangen 1 2 3 4 5 6 7 8 C1-3 C4-8 1 2 3 4 5 6 7 8 POWER B1-3 B4-8 A0032955 20 Mogelijke klemmen voor HART-circuits...
Pagina 41
Micropilot NMR81 Inbedrijfname 1) 2) Submenu: Setup → Uitgebreide setup → Input/output → HART devices → HART Device(s) Parameter Betekenis/actie Output pressure • Wanneer het instrument een druk meet: kies welke van de HART-variabelen (PV, SV, TV of QV) de druk bevat.
Inbedrijfname Micropilot NMR81 7.5.2 Configuratie van de 4-20 mA-ingangen 1 2 3 4 5 6 7 8 C1-3 C4-8 1 2 3 4 5 6 7 8 POWER B1-3 B4-8 A0032464 21 Mogelijke locaties van de analoge I/O-modules, welke kunnen worden gebruikt als een 4-20 mA- ingang.
Pagina 43
Micropilot NMR81 Inbedrijfname I [mA] 20mA 100% A0029264 22 Schaalinstelling van de 4-20 mA ingang op de procesvariabele Input value in mA Process value Endress+Hauser...
Inbedrijfname Micropilot NMR81 7.5.4 Configuratie van de digitale ingangen 1 2 3 4 5 6 7 C1-2 C3-4 1 2 3 4 POWER A1-2 A3-4 A0026424 24 Mogelijke locaties van de digitale I/O-modules (voorbeelden); de bestelcode definieert het aantal en de locatie van de digitale ingangsmodules.
Pagina 47
Micropilot NMR81 Inbedrijfname A0029262 "Bedrijfsmodus" = "Input passive" "Bedrijfsmodus" = "Input active" Status van de externe schakelaar Interne status van de DIO-module Contact type = Maakcontact Contact type = Verbreekcontact Open Inactive Actief Gesloten Actief Inactive Gedrag in speciale situaties:...
Inbedrijfname Micropilot NMR81 Koppelen van meetwaarden aan tankvariabelen Meetwaarden moeten aan tankvariabelen worden gekoppeld voordat deze kunnen worden gebruikt in een tankniveaumeetapplicatie. Afhankelijk van de toepassing zullen niet alle parameters relevant zijn in de gegeven situatie. Submenu: Setup → Uitgebreide setup → Applicatie → Tank configuration → Niveau...
Micropilot NMR81 Inbedrijfname Configuratie van de grenswaarden Een grenswaardedetectie kan worden geconfigureerd voor maximaal 4 tankvariabelen. De grenswaardedetectie geeft een alarm wanneer de waarde een bovengrenswaarde overschrijdt of een ondergrenswaarde onderschrijdt. De grenswaarden kunnen door de gebruiker worden gedefinieerd. A0029539 ...
Pagina 50
Inbedrijfname Micropilot NMR81 Voer passende waarden in de volgende parameters in, om een alarm te configureren: Submenu: Setup → Uitgebreide setup → Applicatie → Alarm → Alarm 1 … 4 Parameter Betekenis/actie Alarm mode • Uit Er worden geen alarmen gegenereerd.
Micropilot NMR81 Inbedrijfname Configuratie van de signaaluitgang 7.8.1 Analoge uitgang (4...20 mA) 1 2 3 4 5 6 7 8 C1-3 C4-8 1 2 3 4 5 6 7 8 POWER B1-3 B4-8 A0032464 26 Mogelijke locaties van de analoge I/O-modules, welke kunnen worden gebruikt als analoge uitgang.
Pagina 52
Inbedrijfname Micropilot NMR81 7.8.2 HART-uitgang Dit hoofdstuk geldt alleen voor Bedrijfsmodus = HART slave +4..20mA output. Setup → Uitgebreide setup → Communicatie → HART output → Configuratie Parameter Betekenis/actie System polling address Stel het HART-communicatie-adres voor het instrument in. • Toekennen SV Kies welke tankvariabelen moeten worden overgedragen door de HART- •...
Micropilot NMR81 Inbedrijfname 7.8.3 Modbus, V1 of WM550 uitgang 1 2 3 4 D1-4 1 2 3 4 POWER A1-4 A0031200 27 Mogelijke locaties van de Modbus of V1 modules (voorbeelden) kunnen, afhankelijk van de instrumentversie, ook slot B of C zijn.
Pagina 56
*71547257* 71547257 www.addresses.endress.com...