Problemen oplossen
Stilstaande beelden/films opnemen
De camera kan geen beelden opnemen.
Controleer de resterende opslagcapaciteit van het interne geheugen of de "Memory Stick
•
Duo". Als deze vol is, voert u een van de volgende handelingen uit:
Verwijder overbodige beelden (pagina 28).
–
Plaats een andere "Memory Stick Duo".
–
U gebruikt de "Memory Stick Duo" met de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK.
•
Zet de schakelaar in de stand voor opnemen (pagina 99).
Tijdens het opladen van de flitser kunt u geen beelden opnemen.
•
Zet de modusknop op
•
wilt opnemen.
Zet de modusknop op
•
Het onderwerp is niet zichtbaar op het scherm.
De camera is ingesteld op de weergavefunctie. Druk op
•
opnamefunctie (pagina 28) te wijzigen.
Het beeld is onscherp.
Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Neem op met de opnamefunctie
•
ervoor dat u tijdens het opnemen de lens verder van het onderwerp afhoudt dan de minimale
opnameafstand, ongeveer 2 cm voor groothoek (W)/70 cm voor telefoto (T) (pagina 21).
•
(Schemer) of
stilstaande beelden.
De zoomfunctie werkt niet.
De slimme-zoomfunctie is niet beschikbaar wanneer het beeldformaat is ingesteld op [8M] of
•
[3:2].
De digitale zoomfunctie kan niet worden gebruikt wanneer u films opneemt.
•
De zoomvergrotingsfactor kan niet worden gewijzigd tijdens het opnemen van films.
•
De flitser werkt niet.
•
De flitser is ingesteld op
U kunt in de volgende gevallen de flitser niet gebruiken:
•
[Mode] (Opn.functie) is ingesteld op [Burst] (pagina 37).
–
(Hoge gevoeligheid) of
–
(pagina 26).
U neemt films op.
–
Stel de flitser in op
•
(Sneeuw) is geselecteerd in de scènekeuzefunctie (pagina 21).
,
,
,
,
,
wanneer u films wilt opnemen.
(Landschap) is geselecteerd in de scènekeuzefunctie bij het opnemen van
(Niet flitsen) (pagina 21).
(Schemer) is geselecteerd bij de scènekeuzefunctie
(altijd flitsen ingeschakeld) wanneer
,
,
,
wanneer u stilstaande beelden
(Weergave) om de
(Landschap),
(Macro). Zorg
(Strand) of
87