12. Veiligheids- en gebruikstips
De minimum hoeveelheid waterafgifte voor een veilige schakel-
.
functie van de watertimer bedraagt 20 - 30 l / u.
Voor de besturing van het Micro-Drip-systeem zijn bijvoorbeeld
minstens 10 stuks 2-liter-druppelaars nodig.
Voor het aanbreken van de vorstperiode moet de elektronische
.
watertimer vorstvrij en droog opgeborgen worden.
De temperatuur van het doorstromende water mag max. 40 °C
.
bedragen.
De minimum werkdruk bedraagt 1 bar, de maximum werkdruk 12 bar.
.
Om het goed functioneren te garanderen mag alleen een 9 V
.
alkaline-mangaan-batterij gebruikt worden.
Een te geringe baterijcapaciteit wordt door een interval-pieptoon
.
zolang aangegeven tot de batterijspanning ook daarvoor niet meer
voldoende is. Het openen vindt niet meer plaats na het klinken
van de pieptoon. Om dat te voorkomen moet een batterij met een
te lage capaciteit vervangen worden.
Aangeraden wordt aan het begin van elk tuinierseizoen – niet later
.
dan na één jaar – de elektronische watertimer van een nieuwe
batterij te voorzien.
Het goed functioneren van de elektronische watertimer hangt af
.
van het goed functioneren van de batterij. De gebruiksduur van
ca. 1 jaar wordt bereikt als de nieuwe alkaline-mangaan batterij
een nominale spanning van minimaal 9 V aangeeft. Laat de batterij
voor aankoop controleren.
De elektronische watertimer mag alleen verticaal met de wartel-
.
moer naar boven gemonteerd worden om het binnendringen van
water in het batterijvak te voorkomen.
Het besturingsgedeelte moet tijdens het gebruik op de elektro-
.
nische watertimer geplaatst zijn.
De elektronische watertimer alleen buitenshuis gebruiken.
.
Attentie ! Het is niet toegestaan de elektronische watertimer
binnenshuis te gebruiken.
Vuilzeef in wartelmoer
.
reinigen.
Trekbelastingen vermijden. Niet aan de aangesloten slang
.
trekken.
Alleen schoon zoet water gebruiken.
.
56
A
regelmatig controleren en indien nodig