Bijlage
Code
Betekenis
F.733
Verdampings Temperatuur te laag
F.734
Condensatie Temperatuur te laag
F.735
Verdampings temperatuur te hoog
F.737
Verdampings temperatuur te hoog
F.740
Omgevings inlaat Temperatuur te
laag
F.741
Afgiftesyst. inlaat Temperatuur te
laag
F.742
Omgevings inlaat temperatuur te
hoog
44
Oorzaak
–
Geen doorstroming in het omge-
vingscircuit (CV-bedrijf)
–
Te geringe energie-opbrengst in het
omgevingscircuit (CV-bedrijf) of afgif-
tecircuit (koelbedrijf)
–
Temperatuur in het afgiftecircuit (CV-
bedrijf) resp. omgevingscircuit (koel-
bedrijf) te laag voor compressorbe-
drijf
–
Koudemiddelhoeveelheid te laag
–
Temperatuur in het afgiftecircuit (CV-
bedrijf) resp. omgevingscircuit (koel-
bedrijf) te hoog voor compressorbe-
drijf
–
Voeding van externe warmte in het
omgevingscircuit
–
Temperatuur in het afgiftecircuit (CV-
bedrijf) resp. omgevingscircuit (koel-
bedrijf) te hoog voor compressorbe-
drijf
–
Koudemiddelhoeveelheid te hoog
–
Inlaattemperatuur in het omgevings-
circuit te laag voor compressorstart
verwarmen:
–
Lucht/brijn: omgevingscircuitinlaat-
temperatuur < -28 °C
–
Bodem/brijn: omgevingscircuitinlaat-
temperatuur < −7°C
–
Grondwater/brijn: grondwaterinlaat-
temperatuur < 2 °C
–
Retourtemperatuur in het afgiftecir-
cuit te laag voor compressorstart
Verwarmen:
–
Retourtemperatuur < 5 °C
Koelen:
–
Retourtemperatuur < 10 °C
–
Inlaattemperatuur in het omgevings-
circuit te hoog voor compressorstart
–
Brijninlaattemperatuur > 50 °C
–
Voeding van externe warmte in het
omgevingscircuit
Installatie- en onderhoudshandleiding flexoTHERM exclusive 0020213383_01
Oplossing
–
Debiet in het omgevingscircuit con-
troleren
–
Dimensionering van het omgevings-
circuit controleren (CV-bedrijf) voor
bodem/brijn en grondwater/brijn
–
Als thermostaatkranen in het afgif-
tecircuit voorhanden zijn, op ge-
schiktheid voor koelbedrijf contro-
leren (koelbedrijf)
–
VWL_SA (CV-functie)
–
Ventilatoreenheid op vervuiling
controleren
–
EEV controleren (loopt de
EEV in de eindaanslag?
sensor/actortest gebruiken)
–
Lagedruksensor en compressorin-
laatvoeler controleren
–
EEV controleren (loopt de EEV in
de eindaanslag? sensor/actortest
gebruiken)
–
Compressorinlaatsensor, hoge- en
lagedruksensor controleren
–
Koudemiddelhoeveelheid controleren
(zie technische gegevens)
–
Dichtheidscontrole
–
Inbreng externe warmte verlagen of
onderbreken
–
Ontdooier controleren (verwarmt
hoewel Uit in de sensor-/actortest?)
–
EEV controleren (loopt de EEV in
de eindaanslag? sensor/actortest
gebruiken)
–
Lagedruksensor en compressorin-
laatvoeler controleren
–
EEV controleren (loopt de EEV in
de eindaanslag? sensor/actortest
gebruiken)
–
Compressorinlaatsensor, hoge- en
lagedruksensor controleren
–
Koudemiddelhoeveelheid controleren
(zie technische gegevens)
–
Dimensionering van het omgevings-
circuit controleren
–
Sensoren controleren
–
Verwarmen: vierwegklep op werking
controleren
–
Verwarmen: vierwegklep op werking
controleren
–
Omgevingscircuit controleren
–
Sensoren controleren
–
Inbreng externe warmte verlagen of
onderbreken