5. Bediening
De projector opstarten
1.
Sluit het netsnoer aan op de projector en stop de
stekker in een stopcontact. Schakel het stopcontact in
(indien nodig).
2.
Zet de powerschakelknop op de I-positie.
Controleer of het Power-lampje op de projector oranje
oplicht nadat de stroom is ingeschakeld.
3.
Verwijder de lensdop.
Als u dit niet doet, wordt de dop mogelijk vervormd
door de hitte van de lamp.
4.
Houd
op de projector of afstandsbediening (2
I
I
seconden) ingedrukt om de projector te starten.
Het Power-lampje knippert groen en blijft branden als
de projector wordt ingeschakeld.
Het opstarten duurt ongeveer 30 seconden nadat
op
is gedrukt. In de latere fase van het opstarten
I
I
wordt het standaard BenQ-logo weergegeven.
Draai zo nodig aan de focusring om de helderheid van
het beeld aan te passen.
5.
Als u om een wachtwoord wordt gevraagd, drukt u op
de pijlknoppen om een wachtwoord van zes cijfers in
te voeren.
6.
Schakel alle aangesloten apparatuur in.
De projector gaat zoeken naar ingangssignalen. De
momenteel gescande invoerbron wordt in de hoek
rechtsonder op het scherm weergegeven. Als de
projector geen goed signaal waarneemt, blijft het
zoekbericht op het scherm staan totdat er een
ingangssignaal wordt gevonden.
U kunt ook op SOURCE op de projector of
afstandsbediening drukken om de selectiebalk weer te
geven om tussen verschillende signalen te schakelen.
Zie
"Schakelen tussen ingangssignalen" op pagina 36
voor details.
30
Bediening
Als de projector nog warm is
van de vorige sessie, gaat de
ventilator ongeveer 90
seconden draaien voordat de
lamp wordt ingeschakeld.
Zie
"De
wachtwoordbeveiliging
gebruiken" op pagina 32
details.
Als de frequentie/resolutie
van het ingangssignaal buiten
het bereik van de projector
valt, wordt het bericht 'Buiten
bereik' weergegeven op een
leeg scherm. Selecteer een
ingangssignaal dat
compatibel is met de resolutie
van de projector of stel het
ingangssignaal op een lager
niveau in. Zie
"Timing-
diagram" op pagina 80
details.
voor
voor