Lintzaagmachine
N2-38 / N3800 / N4400
7 Bediening
7.1 Veiligheidsvoorschriften
Waarschuwing! Verwondingsgevaar! Ondeskundige bediening kan zware lichamelijke letsels of materiële
schade veroorzaken. Deze werkzaamheden mogen daarom alleen door geautoriseerd, geïnstrueerd en met de
werkwijze van de machine vertrouwd personeel conform de veiligheidsvoorschriften worden uitgevoerd.
Voor het begin van de werkzaamheden:
•
Voor de opstelling en installatie controleren of de
machine volledig en in perfecte technische staat is.
•
Voor voldoende bewegingsruimte zorgen.
•
Op orde en netheid in de werkplaats letten. Losse of
rondslingerende componenten en gereedschappen
veroorzaken ongevallen!
•
Controleren of alle beveiligingen op een correcte
manier zijn aangebracht.
•
Het instellen en de gereedschapswissel alleen maar
bij stilstaande machine uitvoeren.
•
Alleen maar toegelaten gereedschappen in de ma-
chine inspannen.
•
Afzuiginstallatie volgens de voorschriften installeren
en controleren of ze functioneert.
•
Alleen werkstukken bewerken die veilig opgelegd
zijn en geleid kunnen worden.
•
Werkstukken zorgvuldig op vreemde elementen
(bv.: spijkers, schroeven) onderzoeken, die de bewer-
king kunnen beïnvloeden.
•
Lange werkstukken met oplegmogelijkheden onder-
steunen (bv. tafelverlengingen, rolbokken).
•
Op de juiste draairichting van het betreffende aggre-
gaat letten.
•
Hulpmiddel voor de bewerking van korte en smalle
werkstukken gereed houden.
•
Voor het inschakelen altijd controleren of er zich geen
andere personen in de directe omgeving van de ma-
chine bevinden.
Opgelet! Materiële schade!
!
Machine alleen bij een bedrijfs-/ruimtetemperatuur van +10°C tot +40°C gebruiken. Bij niet-naleving
worden de lagers beschadigd!
Door onjuist gebruik, zoals het zagen in te kleine radii of te veel drukuitoefening bij het zagen, kunnen ter
hoogte van de bladgeleidingen vonken ontstaan door wrijving.
Om vonken te vermijden raden wij u aan om regelmatig Super-Gleit spray (art. nr. 10.0.010) aan te bren-
gen op de geleidingen.
Bediening
Tijdens het gebruik:
•
Bij een werkstukwissel of bij storingen de machine
eerst uitschakelen en dan tegen herinschakelen bevei-
ligen.
•
Beveiligingen en beschermingsinrichtingen tijdens het
gebruik niet uitschakelen, omzeilen of onklaar ma-
ken.
•
De machine niet overbelasten! De machine functio-
neert beter en veiliger in het opgegeven prestatiebe-
reik.
Bij werkzaamheden aan en met de machine moeten de
volgende verboden altijd in acht worden genomen:
•
Bediening met lang haar zonder haarnet verboden!
•
Gebruik van handschoenen verboden!
Bij werkzaamheden aan en met de machine moet altijd
de volgende uitrusting worden gedragen:
•
Nauw aansluitende werkkleding (geringe scheur-
vastheid, geen wijde mouwen, geen ringen en an-
dere juwelen enz.).
•
Veiligheidsschoenen voor de bescherming tegen
zware, vallende delen en het uitglijden op niet-slip-
vaste ondergrond.
•
Oorbescherming tegen gehoorschade.
23