6.4 Elektrische aansluiting
Waarschuwing! Gevaar door elektrische stroom!
De uit te voeren werkzaamheden mogen alleen door een geïnstrueerde elektrotechnicus worden uitgevoerd.
Opgelet! Materiële schade!
!
Voor aansluiting op het stroomnet de gegevens van het typeplaatje met de gegevens van het stroomnet verge-
lijken. Alleen bij overeenstemming aansluiten.
Tip: de schakelkast aan de machine mag niet worden geopend zonder de uitdrukkelijke toestemming hiertoe
van de service-afdeling van FELDER. Bij inbreuken hierop vervalt elke aanspraak op garantie.
Opgelet! Persoonlijk letsel en materiële schade!
!
Ter bescherming tegen elektrische schokken moet de machine door de bediener worden beveiligd met een
beveiliging (aardlekschakelaar en/of overstroombeveiliging).
De dimensionering van de stroomwaarde voor de overstroombeveiliging en de aardlekschakelaar kan (bijv.) uit
het schakelschema worden overgenomen.
De uitschakeltijden volgens EN 60204-1 moeten in acht worden genomen.
De controle van de weerstand van de verliesstroomschakelaar en de geschiktheid van zekeringen moet gebe-
uren op de opstellingsplaats van de machine!
Afb. 1-12: Draairichting motor
1. Toestelstekker op het stroomnet aansluiten.
2. Machine kort inschakelen.
3. Bij het leeglopen van de motor de draairichting
controleren.
4. Bij een noodzakelijke verandering van de draairich-
ting aan de toevoerkabel 2 fasen vervangen.
Tip: De stroomkabel van de machine wordt met open kabel einde, d.w.z. zonder stekker, geleverd.
De stroomkabel van de machine moet door de klant met een stekker worden uitgerust die voldoet aan de ter
plaatse geldende voorschriften en geschikt is voor de aanwezige stroomvoorziening.
De stroombron moet over de geschikte steekinrichting (bij draaistroommotor CEE) beschikken.
22
Opstelling en montage
Vereisten elektrische aansluitingen
• De machine moet met een aarddraad worden
geaard.
• Spanningsschommelingen in het stroomnet mogen
maximaal ±10 % bedragen.
• De schakelkast moet voorzien zijn van een
vermogensschakelaar (DIN VDE 0641).
Polental: 3 (bij draaistroommotor).
• De machine mag alleen aan TN-geaarde netten (met een
geaarde nulleider) worden aangesloten (alleen 3x400V)
• Beveiliging/Aansluitkabel:
zie "Technische gegevens"
•
De stroomtoevoer moet tegen beschadiging worden be-
schermd (bijv pantserbuis).
• Aansluitkabels zo plaatsen dat er geen knik-,
schuur- en struikelpunten ontstaan.
Lintzaagmachine
N2-38 / N3800 / N4400