Installatie
4.6
Voorwaarden voor dimensionering
Om systematische fouten te vermijden, moeten de temperatuursensoren zowel
stroomopwaarts als stroomafwaarts dichtbij de warmtewisselaar worden geïnstalleerd.
Wanneer het drukverschil tussen de temperatuurmeetpunten te groot is, kan dit resulteren in
een overmatig grote systematische fout, zie de tabel hierna.
Versch. in [bar]
De waarden zijn gegeven als factor van de maximaal toegestane fout van de energiecomputer
(met ΔQ
= 3 K (5,4 °F)). De waarden onder de grijze lijn zijn hoger dan 1/3 van de
min
maximaal toegestane fout van de energiecomputer (met ΔQ
Indien 2 verschillende warmtedragers (bijv. kamerverwarming en sanitair warm water)
samenkomen dicht voor de temperatuursensor, is de optimale positie van deze sensor
direct na het flowmeetpunt.
4.7
Controles voor de montage
Voor het installeren van de energiecomputer en de bijbehorende temperatuursensoren,
moeten de algemene installatie-instructies conform EN 1434 deel 6 en de technische richtlijn
TR-K 9 van de PTB (het Duitse nationale metrologische instituut) worden aangehouden. De
TR-K 9 kan worden gedownload van de PTB-website.
20
3
5
0,5
0,2
0,2
1
0,5
0,4
2
0,9
0,7
3
1,4
1,1
4
1,8
1,5
5
2,3
1,9
6
2,7
2,2
7
3,2
2,6
8
3,6
3,0
9
4,1
3,3
10
4,5
4,0
Temperatuurverschil in [K]
10
20
30
0,1
0,1
0,1
0,3
0,2
0,1
0,3
0,2
0,5
0,8
0,5
0,3
1,0
0,6
0,4
1,3
0,8
0,5
1,5
0,9
0,6
1,9
1,1
0,7
2,0
1,2
0,9
2,3
1,4
1,0
2,5
1,5
1,1
= 3 K (5,4 °F)).
min
EngyCal RH33
40
50
60
0
0
0
0,1
0,1
0,1
0,2
0,1
0,1
0,2
0,2
0,2
0,3
0,3
0,2
0,4
0,3
0,3
0,5
0,3
0,4
0,6
0,5
0,4
0,7
0,5
0,4
0,7
0,6
0,5
0,8
0,7
0,5
Endress+Hauser