6 Inbedrijfstelling
Voor een interval van...
(luchtvervuiling)
±2500 u (licht)
±1250 u (zwaar)
Geen aanduiding
Individuele instelling in een simultaan werkend systeem
We raden aan de slave-unit in te stellen met de optionele
gebruikersinterface.
Voer de volgende stappen uit:
2 Verander het tweede codenummer in 02 voor een individuele
instelling op de slave-unit.
Als u de slave-unit wil instellen als...
Groepsinstelling
Individuele instelling
3 Voer de lokale instelling uit voor de master-unit.
4 Zet de hoofdschakelaar uit.
5 Maak de gebruikersinterface los van de master-unit en sluit ze
aan op de slave-unit.
6 Verander naar individuele instelling.
7 Voer de lokale instelling uit voor de slave-unit.
8 Schakel de hoofdvoeding uit of, in het geval van meer slave-
units, herhaal de vorige stappen voor alle slave-units.
9 Maak de gebruikersinterface los van de slave-unit en sluit ze
weer aan op de master-unit.
U hoeft de gebruikersinterface niet opnieuw vanaf de master-unit te
bedraden als de optionele gebruikersinterface wordt gebruikt. (Maar
verwijder wel de draden die bevestigd zijn aan het klemmenbord van
de gebruikersinterface op de master-unit)
1~ 50 Hz
220-240 V
c
d
A
B
a
e2
e1
A
Master-unit
B
Slave-unit
a
Verbindingskabel
b
Voedingskabel
c
Aardlekschakelaar
d
Zekering
e1
Hoofdgebruikersinterface
e2
Optionele gebruikersinterface
(1)
Lokale instellingen worden als volgt gedefinieerd:
• M: Standnummer – Eerste cijfer: voor groep units – Cijfer tussen haakjes: voor afzonderlijke unit
• C1: Eerste codenummer
• C2: Tweede codenummer
•
: Standaard
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
10
(1)
Dan
M
C1
10 (20)
0
3
(1)
Dan
M
C1
21(11)
01
b
6
Inbedrijfstelling
C2
OPMERKING
01
Laat de unit ALTIJD draaien met thermistoren en/of
02
druksensoren/-schakelaars. Anders kan er brand in de
02
compressor ontstaan.
6.1
Checklist voor de inbedrijfstelling
Controleer na de installatie van de unit eerst de hierna vermelde
punten. Sluit de unit nadat alle controles zijn uitgevoerd. Start de unit
nadat u ze gesloten hebt.
U
leest
de
beschreven in de uitgebreide handleiding voor de
installateur.
C2
De binnenunits zijn goed geïnstalleerd.
01
02
Bij gebruik van een draadloze gebruikersinterface: Het
sierpaneel van de binnenunit met infrarood ontvanger is
geïnstalleerd.
De buitenunit moet juist gemonteerd zijn.
Er zijn GEEN ontbrekende fasen of omgekeerde fasen.
Het systeem is goed en op de juiste manier geaard en de
aardingsklemmen zijn goed aangehaald.
De zekeringen of lokaal geïnstalleerde beveiligingen zijn
overeenkomstig dit document geïnstalleerd en zijn NIET
overbrugd.
De voedingsspanning komt overeen met de spanning op
het identificatieplaatje van de unit.
Er zijn GEEN losse aansluitingen of verbindingen of
beschadigde elektrische onderdelen in de schakelkast.
De isolatieweerstand van de compressor is OK.
Er zijn GEEN beschadigde onderdelen of buizen die
tegen de binnenkant van de binnen- of buitenunit gedrukt
worden.
Er zijn GEEN koelmiddellekkages.
De juiste buismaten werden geplaatst en de leidingen
zijn goed en op de juiste manier geïsoleerd.
De afsluiters (gas en vloeistof) op de buitenunit staan
volledig open.
6.2
Proefdraaien
Deze taak is alleen van toepassing bij gebruik van de
gebruikersinterface
montagehandleiding
gebruikersinterface wanneer een andere gebruikersinterface wordt
gebruikt.
OPMERKING
Onderbreek het proefdraaien NIET.
volledige
installatie-instructies,
BRC1E52
of
BRC1E53.
of
servicehandleiding
FCAG35~140BVEB
Split-systeemairconditioners
4P535626-1D – 2021.07
zoals
Zie
de
van
de