INFORMATIE
▪ De ventilatorsnelheid van de binnenunit is vooraf
ingesteld om de standaard uitwendige statische druk te
verzekeren.
▪ Om een hogere of lagere uitwendige statische druk in
te stellen, stelt u de initiële instelling terug met de
gebruikersinterface.
Instelling: Plafondhoogte
Deze instelling moet overeenstemmen met de echte afstand tot de
vloer, capaciteitsklasse en luchtuitblaasrichtingen.
Bij een afstand tot de vloer van (m)
≤2,7
2,7<x≤3,0
3,0<x≤3,5
Instelling: Statische druk
Verander het waardenummer (—) volgens de externe statische druk
van het aan te sluiten kanaal zoals aangegeven in de tabel hierna.
Zie de technische documentatie voor meer informatie.
(1)
Instelling
Externe statische druk
M
SW
—
13(23)
5
01
Standaard
02
Instelling hoge statische druk
Instelling: Luchtvolume bij uitgeschakelde thermostaatregeling
Deze instelling moet overeenstemmen met de behoeften van de
gebruiker. Zij bepaalt de ventilatorsnelheid van de binnenunit bij
thermostaat UIT.
1 Als u de ventilatoren op werking hebt ingesteld, stel dan ook de
luchtvolumesnelheid in:
Als u wilt...
(2)
Thermostaat UIT
L
tijdens koelen
Instelvolume
(a)
UIT
Monitoring 1
Monitoring 2
(2)
Thermostaat UIT
L
tijdens verwarmen
Instelvolume
(a)
UIT
Monitoring 1
Monitoring 2
(a)
Gebruik alleen in combinatie met de optionele remote sensor of
wanneer de instelling M 10 (20), SW 2, — 03 wordt gebruikt.
(1)
Lokale instellingen worden als volgt gedefinieerd:
• M: Standnummer – Eerste cijfer: voor groep units – Cijfer tussen haakjes: voor afzonderlijke unit
• SW: Nummer instelling
• —: Waardenummer
•
: Standaard
(2)
Ventilatorsnelheid:
• LL: Lage ventilatorsnelheid (ingesteld bij thermostaat UIT)
• L: Lage ventilatorsnelheid (ingesteld door gebruikersinterface)
• Instelvolume: De ventilatorsnelheid komt overeen met de door de gebruiker met de ventilatorsnelheidsknop op de gebruikersinterface
ingestelde snelheid (laag, middelmatig, hoog).
• Monitoring 1, 2: De ventilator staat UIT, maar draait om de 6 minuten even met LL (Monitoring 1) of L (Monitoring 2) om de
kamertemperatuur te detecteren.
FXDA10~63A2VEB
VRV-systeemairconditioner
3P599562-1C – 2022.02
(1)
Dan
M
SW
—
13 (23)
0
01
02
03
(1)
Dan
M
SW
—
12 (22)
6
01
(2)
02
03
(2)
04
(2)
05
12 (22)
3
01
(2)
02
03
(2)
04
(2)
05
Instelling: Tijd om filter te reinigen
Deze instelling moet overeenstemmen met de luchtvervuiling in de
kamer. Zij bepaalt het interval waarop de melding "Time to clean
air
filter"
(tijd
om
het
gebruikersinterface verschijnt.
Voor een interval van...
(luchtvervuiling)
±2500 u (licht)
±1250 u (zwaar)
Melding AAN
Melding UIT
Instelling: Selectie thermostaatsensor
Deze
instelling
moet
overeenstemmen
thermostaatsensor van de afstandsbediening wordt gebruikt.
Wanneer de thermostaatsensor van de
afstandsbediening...
Wordt gebruikt in combinatie met de
thermistor van de binnenunit
Niet wordt gebruikt (alleen thermistor
binnenunit)
Exclusief wordt gebruikt
Instelling: Omschakeling thermostaatdifferentieel (als remote
sensor wordt gebruikt)
Als het systeem over een remote sensor beschikt, de stappen voor
verhogen/verlagen instellen.
Als u de stappen wil veranderen in...
1°C
0,5°C
Instelling: Differentieel voor automatische omschakeling
Stel het temperatuurverschil tussen het instelpunt koelen en het
instelpunt verwarmen in de automatische stand in (beschikbaarheid
afhankelijk van het systeemtype). Het differentieel is het instelpunt
koelen min het instelpunt verwarmen.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
16 Configuratie
luchtfilter
te
reinigen)
op
(1)
Dan
M
SW
—
10 (20)
0
01
02
3
01
02
met
hoe/of
(1)
Dan
M
SW
—
10 (20)
2
01
02
03
(1)
Dan
M
SW
—
12 (22)
2
01
02
de
de
23