Onderdeel
10
Kabel
0,75 tot 1,25 mm
gebruikersinterface
Aanbevolen lokale
zekering
Reststroomapparaat
Moeten voldoen aan de toepasselijke
(a)
MCA=Minimum circuitampère. De opgegeven waarden zijn
maximumwaarden (zie elektrische data van binnenunit voor
precieze waarden).
14.2
Elektrische bedrading aansluiten
op de binnenunit
OPMERKING
▪ Volg het bedradingsschema (bij de unit geleverd, op de
binnenkant van het servicedeksel).
▪ Voor instructies over de aansluiting van de optionele
apparatuur, zie de bij optionele apparatuur geleverde
montagehandleiding.
▪ Zorg ervoor dat de elektrische bedrading goed zit zodat
het servicedeksel nadien weer goed kan worden
aangebracht.
De bedrading van de voeding en van de transmissie moeten
afzonderlijk worden gehouden. Beide bedradingen moeten ALTIJD
op minstens 50 mm van elkaar worden gehouden om eventuele
elektrische storingen te voorkomen.
OPMERKING
Zorg ervoor dat de voedingskabel en de transmissiekabel
van elkaar gescheiden blijven. De transmissiebedrading en
de voedingsbedrading mogen kruisen, maar ze mogen
NIET parallel lopen.
1 Verwijder het servicedeksel.
a b
c
A
Binnen de unit
B
Buiten de unit
a
Servicedeksel
b
Bedradingsschema
c
Aansluiting van transmissie- en
gebruikersinterfacebedrading
d
Aansluiting van elektrische voeding
e
Opening voor kabels
f
Kabel
g
Afdichtingsmateriaal (accessoire)
2 Kabel gebruikersinterface: Steek de kabel door het frame en
sluit hem aan op het klemmenblok (P1, P2).
3 Transmissiekabel: Steek de kabel door het frame en sluit hem
aan op de klemmenstrook (de symbolen F1, F2 moeten
overeenstemmen met die op de buitenunit). Bundel de
FXDA10~63A2VEB
VRV-systeemairconditioner
3P599562-1C – 2022.02
Klasse
15~32
40
50+63
2
(2-aderige kabel)
H05RN-F (60245 IEC 57)
Lengte ≤500 m
6 A
wetgeving
g f
A
B
e
f
g
d
14 Elektrische installatie
transmissiekabel
samen
gebruikersinterface en leg ze met een kabelbinder vast op de
kabelbevestiging.
4 Voedingskabel: Geleid de kabel door het frame en sluit hem
aan op de klemmenstrook (L, N, aarding). Maak de kabel vast
met een kabelbinder op de kabelbevestiging.
a
Stroomonderbreker
b
Reststroomapparaat
a
P1P2 F1 F2
d
b
a
Opening voor kabels
b
Bedrading transmissie en gebruikersinterface
c
Voedingsbedrading
d
Grote kabelbinder (accessoire)
X
Niet toegestaan
O
Toegelaten
5 Draai het afdichtingsmateriaal (accessoire) rond de kabels om
te voorkomen dat er water in de unit kan. Dicht alle openingen
af om te voorkomen dat kleine dieren in het systeem
terechtkomen.
6 Breng het servicedeksel weer aan.
Voorbeeld van een compleet systeem
1 gebruikersinterface bestuurt 1 binnenunit.
a
TO IN/D
TO OUT/D
N
L
N
L
N L
N L
P
P
F
F
T
T
P
P
F
F
1
2
1
2
1
2
1
2
1
b
P
P
P
P
1
2
1
2
c
a
Buitenunit
b
Binnenunit
c
Gebruikersinterface
d
Meest stroomafwaarts gelegen binnenunit
OPMERKING
Voor het gebruik van groepsbesturing en de bijbehorende
beperkingen, zie de handleiding van de buitenunit.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
met
de
kabel
van
a
b
a
70~90
10~20
10~15
d
c
N
L
N
L
N L
N L
T
T
P
P
F
F
T
T
P
P
F
F
2
1
2
1
2
1
2
1
2
1
2
1
2
P
P
P
P
1
2
1
2
de
d
T
T
1
2
21