Aanvullende informatie
UW DYSON APPARAAT GEBRUIKEN
LEES DE 'BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES'
IN DEZE DYSON GEBRUIKSHANDLEIDING
VOORDAT U VERDER GAAT.
VOORBEREIDEN OP SCHOONMAKEN
Om te zorgen voor de beste prestatie van uw robot
is het belangrijk om het schoonmaakoppervlak
voor te bereiden, waarbij obstakels worden
verwijderd, zoals:
•
Objecten die verstrikt kunnen raken in bewegende
delen: Dunne kabels, zoals koptelefoons of
oplaadkabels; schoenveters; items van kleding,
gordijnen of stof; losse uiteinden van vloerkleden,
zoals franjes.
•
Moeilijk te stofzuigen oppervlakken: dunne, losse
vloerkleden, zoals badmatjes of dierenhuiden;
zeer hoogpolige tapijten.
•
Objecten die schade of verstopping kunnen
veroorzaken wanneer ze worden opgezogen:
tijdschriften en papier; gemorste vloeistoffen;
scherpe items.
•
Objecten die druppels donkerder maken: tassen of
schoenen in de buurt van een druppel.
•
Objecten binnen 10cm van treden.
•
Om schade aan eigendommen te voorkomen,
moet u alle breekbare items van het
schoonmaakoppervlak verwijderen, zoals vazen
op voetstukken.
•
Zorg ervoor dat kinderen en huisdieren weg
worden gehouden uit het schoonmaakgebied.
•
Geef mensen in het huishouden aan wanneer de
robot actief is.
•
Het navigatiesysteem van de robot is niet
ontworpen om te werken in volledige duisternis;
zorg voor voldoende verlichting in alle
schoonmaakgebieden, inclusief de gebieden die al
zijn schoongemaakt. Laat de lichten bijvoorbeeld
aan bij 's avonds schoonmaken.
UW DYSON-APPARAAT VERZORGEN
•
Bewaar de robot binnenshuis. Gebruik en bewaar
het niet onder de 3°C (37,4°F). Zorg ervoor dat de
robot op kamertemperatuur is voor gebruik.
•
Reinig de robot uitsluitend met een droge doek.
Gebruik geen smeermiddelen, reinigingsmiddelen,
poetsmiddelen of luchtverfrissers op enig
onderdeel van de robot.
Controleer alle sensorkappen en de
navigatiecamera op vuil, vingerafdrukken of
vegen. Maak schoon met een zachte, droge
microvezeldoek. Gebruik geen reinigingsmiddelen,
vloeistoffen of sprays van welke aard dan ook.
240
•
Controleer de borstel en de banden regelmatig en
verwijder vuil (zoals haar). Vuil op de borstel en de
banden kan bij het stofzuigen schade veroorzaken
aan de vloer.
•
Plaats de robot op een zachte oppervlak als het
moet worden omgedraaid bij het zoeken naar
verstoppingen, enz. Dit helpt bij het vermijden van
schade aan de camera en de sensoren.
STOFZUIGEN
•
Raadpleeg de onderhoudsinstructies van de
fabrikant van uw vloerbedekking voordat u uw
vloeren, tapijten en kleden gaat stofzuigen.
•
Voor het stofzuigen van sterk gepolijste vloeren,
zoals hout of linoleum, dient u eerst te controleren
of de borstel vrij is van vreemde objecten die
krassen kunnen veroorzaken.
•
Fijn stof, zoals pleisterkalk of meel, alleen in zeer
kleine hoeveelheden opzuigen.
•
Gebruik de robot niet om scherpe, harde objecten,
klein speelgoed, spelden, paperclips enzovoort op
te zuigen. Deze kunnen de robot beschadigen.
HET DOORZICHTIGE
STOFRESERVOIR LEGEN
•
Zorg ervoor dat het doorzichtige stofreservoir
wordt geleegd voorafgaand aan elk gebruik.
•
Maak het reservoir leeg zodra de markering MAX
is bereikt - vul het reservoir niet verder.
HET DOORZICHTIGE
STOFRESERVOIR REINIGEN
•
Gebruik alleen koud water om het doorzichtige
stofreservoir te reinigen.
•
Reinig de cycloonmantel met een doek of een
droge borstel om pluisjes en stof te verwijderen.
•
Zorg ervoor dat het doorzichtige stofreservoir
volledig droog is voordat u het terugplaatst.
•
Dompel de cycloon niet volledig onder in water en
giet geen water in de cyclonen.
DE FILTERS WASSEN
•
Raadpleeg het 'De filters wassen en drogen'
hoofdstuk; controleer en was de filters regelmatig
volgens de instructies om de prestaties
te behouden.
•
Bij het opzuigen van fijnstof moeten de filters
mogelijk vaker worden gewassen.
CONTROLEREN OP VERSTOPPINGEN
•
Zorg ervoor dat de robot losgekoppeld is van de
oplader bij het controleren op verstoppingen.
Niet bedienen aangezien dit zou kunnen leiden tot
persoonlijk letsel.