-
Met deze functie kan men de fase van de nulleider herkennen.
Let op: in geval van elektrostatische velden (wrijving...) kan de lichtbalk zonder
aanleiding inschakelen. Ook kan door de gevoeligheid van het apparaat voor
belangrijke elektromagnetische velden (bijvoorbeeld in elektriciteitskasten) een
verkeerde diagnose gesteld worden betreffende de aanwezigheid van spanning.
Gebruik om deze redenen een apparaat dat beantwoord aan de norm IEC 61243-3
voor het detecteren van spanning, bijvoorbeeld de C.A 760.
4.2
METING VAN WISSEL- OF GELIJKSPANNING
-
Zet de schakelaar op de functie.
-
Plaats het zwarte aanraakpunt op een pool en het rode aanraakpunt op de
tweede pool.
-
Lees de waarde af op de display.
-
Verwijder tenslotte eerste het rode aanraakpunt vervolgens het zwarte.
4.3
WEERSTANDSMETING " "
-
Werk zonder spanning.
-
Zet de schakelaar op " ".
-
Plaats het rode en het zwarte aanraakpunt op het te meten voorwerp.
-
Lees de waarde af op de display.
N.B.: het apparaat is tot 600V ms beveiligd op deze ingang.
4.4
CONTINUÏTEITSCONTROLE
-
Werk zonder spanning.
-
Zet de schakelaar op "
-
Druk achtereenvolgens op "
-
Plaats het rode en het zwarte aanraakpunt op de te meten kring of
geleider.
4.5
DIODETEST
-
Werk zonder spanning.
-
Zet de schakelaar op " ".
-
Druk achtereenvolgens op "
-
Plaats het rode en het zwarte aanraakpunt op de te meten kring of
geleider.
C.A 1864 – C.A 1866
".
Vmax" totdat "Ω" en "
" totdat " " verschijnt.
Nederlands
" verschijnen.
7