4.2.3
HET EVENEMENTENSCHERM
Van zodra een brandalarm- of een storingsmelding op het systeem aanwezig is, verlaat de centrale
het waakscherm en wordt het desbetreffende evenement op het display geplaatst. Mits het
aanraken van het scherm op een plaats zonder tekst of menufunctietoets, kan het waakscherm terug
opgeroepen worden. Dertig seconden na de laatste handeling wordt automatisch opnieuw het
evenementenscherm op het display geplaatst.
Het evenementenscherm geeft de informatie van maximum 2 meldingen weer. Elke melding omvat
twee tekstlijnen. Brandalarmmeldingen hebben altijd voorrang op storingsmeldingen.
De bovenste twee tekstlijnen vermelden de informatie met betrekking tot de eerste melding. De
onderste twee tekstlijnen geven de informatie met betrekking tot de laatste melding weer. Met
behulp van de menufunctietoetsen « VORIGE » en « VOLGENDE » kunnen de tussenliggende
meldingen op de bovenste twee tekstlijnen van het scherm weergegeven worden.
SOORTEN MELDINGEN:
1. MELDINGEN AFKOMSTIG VAN EEN DETECTIELUS:
Naam detectielus
Aard van de melding
De eerste tekstlijn vermeldt de soort melding (vb. 'ALARM') en het volgnummer van de melding (vb.
1/3 is de eerste melding van in totaal 3 meldingen). De tweede tekstlijn vermeldt de naam van de
detectielus die de melding veroorzaakt heeft.
EEN OVERZICHT VAN DE SOORTEN MELDINGEN:
-
« ALARM »: brandalarmmelding afkomstig van een automatische rook- of warmtedetector, een
handbrandmelder of een alarmcontact van een ander detectiesysteem (vb. een
gasdetectiecentrale).
-
«
EVACUATIE
»:
evacuatiedrukknoppen of –sleutelschakelaars. Deze detectielussen hebben dezelfde autoriteit
als de bedieningstoets « EVACUATIE » op het front van de MD300 centrale.
www.limotec.be
ALARM
Lus 1
ALARM
Lus 15
VORIGE
alarmmelding
afkomstig
HG0300N02D
8
1/3
3/3
VOLGENDE
Scrol-toetsen
van
een
detectielus
Volgnummer van
de melding
uitgerust
met