Pagina 1
HANDLEIDING VOOR DE INSTALLATEUR MD300 centrale voor branddetectie Versie 1.02 01-11-2012 LIMOTEC bvba Bosstraat 21 B – 8570 Vichte Tel +32 (0) 56 650 660 www.limotec.be HI0300N01F...
INHOUD INLEIDING ............................3 OPBOUW VAN DE MD300 CENTRALE ..................... 3 DETECTIE-EENHEID ........................3 INGEBOUWDE RELAISKAART ....................3 PC BUS (RS232) ........................4 I/O BUS (RS485) ........................4 2.4.1 DE VOEDINGSMONITOR ....................5 2.4.2 MD300 HERHAALBORD ....................6 2.4.3 DE EXTERNE RELAISKAARTEN ..................
Detectielus 2.2 INGEBOUWDE RELAISKAART De MD300 centrale voor branddetectie is standaard met één relaiskaart met 8 relais uitgerust. De eerste 3 relais zijn overwaakte uitgangen, relais 8 is het fail-safe relais. Alle relais zijn vrij programmeerbaar, behalve relais 8 (fail-safe relais), waar enkel een storingsvoorval kan aan worden toegekend.
De MD300 centrale voor branddetectie is met een RS232 uitgang, voor de rechtstreekse aansluiting door middel van een standaard seriële kabel van de centrale op een PC, uitgerust. Zodra het “MD300 configuratieprogramma” wordt opgestart en de correcte seriële poort is geselecteerd, wordt de verbinding actief (zie “3.
2.4.1 DE VOEDINGSMONITOR Elke MD300 centrale voor branddetectie bevat één voedingsmonitor aangesloten op de I/O bus. De ingangsspanning voor de voedingsmonitor wordt door een 30V voeding geleverd. Deze spanning wordt naar respectievelijk 5V en 24V omgevormd, voor het voeden van de centrale eenheid en de periferie.
Het MD300 herhaalbord is uitgerust met een rode LED per lus voor de alarmmelding, een gele LED voor “Stilte”, “Algemene storing” en “Algemeen uit dienst” en een groene LED voor “In bedrijf”.
2.5 INTERNE OVERWAKING De bedrijfszekerheid van de MD300 centrale voor branddetectie wordt door een interne overwaking van het systeem gegarandeerd en bestaat uit: OVERWAKING VAN DE I/O BUS: Elke periferie op de I/O bus wordt overwaakt. Zodra de communicatie met een periferie uitblijft, wordt dit gemeld.
De MD300 configuratiesoftware met licentie is enkel beschikbaar voor door Limotec erkende MD300 systeemklanten. Bovendien wordt de MD300 configuratiesoftware enkel na het volgen van een opleiding met betrekking tot de bekabeling, de aansluitingen, de programmatie en de indienststelling van het systeem beschikbaar gesteld ! 3.2 BEKABELING &...
“Meervoudig alarm” werd geconfigureerd. Evacuatie Een detector meldt een alarm op een detectielus die als “Evacuatie” werd geconfigureerd. * Dit zijn de standaard meldingen. Met het MD300 configuratieprogramma kunnen deze teksten worden gewijzigd. 3.3.2 VOEDINGSFOUTEN Zie punt “2.3.2. I/O bus (RS485)” voor een beschrijving van de voedingsmonitor.
Bat. Fout Int. Weerstand Verouderde batterijen. De capaciteit van de batterijen is onvoldoende. Vervang de batterijen Fatale batterijfout Defecte batterijen. Vervang de batterijen. AANDACHT: Het logboek vermeldt nog de voedingsfout “Shut down”. Indien de batterijspanning zeer laag is, dan zal de voedingsmonitor de centrale uitschakelen teneinde batterijschade te voorkomen.
3.3.4 FOUTEN OVERWAAKTE UITGANGEN Naargelang het gebruik van de overwaakte uitgang, wordt de storing als “Sirenekring”, “Waarsch. kring”, “Evac. kring” of “Doormelding” gemeld (zie onderstaande tabel). STORING OORZAAK Melding ingeval van een storing op de overwaakte uitgang voor Waarsch. kring waarschuwingssirenes.
3.3.6 FOUTEN INTERNE OVERWAKING STORING OORZAAK Externe controller De externe controller PIC16F88 op de print T030008 is defect of ontbreekt. 1 of meerdere toetsen (‘Stilte’, ‘Reset’, ‘Evacuatie’ of ‘Evacuatie Capacitieve toetsen vertraagd’) op de centrale zijn defect. IC2 Geheugentest Het ‘Serial flash’...