4.
Klik op de knop Toepassen.
De functie Cartridgebeveiliging in- of uitschakelen
De functie Cartridgebeveiliging kan worden ingeschakeld of uitgeschakeld via de HP Embedded Web Server
(EWS).
OPMERKING:
invoeren.
1.
Open de EWS. Zie
2.
Klik op het tabblad Systeem en selecteer vervolgens Supplies-instellingen in het linkerdeelvenster.
3.
Selecteer in de vervolgkeuzelijst Cartridgebeveiliging Uit om de functie uit te schakelen of selecteer
Cartridges beschermen om de functie in te schakelen.
Als de functie is ingeschakeld, kunnen de cartridges die aan de printer zijn gekoppeld niet in andere printers
worden gebruikt.
4.
Klik op de knop Toepassen.
De tonercartridge vervangen
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de cartridges vervangt.
Cartridge-informatie
Blijf met de huidige cartridge afdrukken totdat de afdrukkwaliteit zelfs na het opnieuw verdelen van de toner niet
meer acceptabel is. Als u de toner opnieuw wilt verdelen, verwijdert u de tonercartridge uit de printer en schudt
u de cartridge horizontaal heen en weer. Raadpleeg de instructies voor het vervangen van de cartridge voor een
grafische weergave. Plaats de tonercartridge opnieuw in de printer en sluit de klep.
De tonercartridge verwijderen en vervangen
Wanneer een printcartridge het einde van de levensduur nadert, kunt u doorgaan met afdrukken met de huidige
printcartridge totdat de tonerverdeling niet meer acceptabel is en vervangt u vervolgens de cartridge.
Voor het in- of uitschakelen van deze functie moet u mogelijk een beheerderswachtwoord
Toegang tot de Embedded Web Server
(EWS).
De functie Cartridgebeveiliging in- of uitschakelen
35