1) Plaatsing van boringen voor bevestiging in de muur
Maateenheid = mm
Luchtuitlaat
(Afmetingen plaats
ophangbout)
Model
Type 20+25+32
Type 40+50
Type 63
2) Muurbevestigde installatie
Installeer de unit zoals op onderstaande afbeeldingen
is weergegeven.
Maateenheid = mm
Unit
300
A
Breedte luchtinlaatrooster
B
Breedte onderhoudszone
C
Luchtinlaatrichting
D
Luchtuitlaatrichting
F
Hoogte inlaatzone
6
A
B
740
940
1140
D
D
300
Model
20/25/35 40/50
63
660
860
1060
1350
1550
1750
3) Installatie Verborgen staand op de vloer
Installeer de unit zoals op onderstaande afbeeldingen is
weergegeven.
Maateenheid = mm
Unit
300
A
Breedte luchtinlaatrooster
B
Breedte onderhoudszone
C
Luchtinlaatrichting
D
Luchtuitlaatrichting
Hoogte inlaatzone
■ Bevestigingsmethode voor de unit
Controleer of de vloer voldoende draagvermogen heeft
voor de unit.
1) Lijn de binnenunit uit met de waterpasschroeven
(accessoireonderdeel). Als de vloer niet vlak genoeg
is om de unit waterpas uit te lijnen, plaats de unit
dan op een vlakke en waterpasondergrond.
2) Als de unit dreigt te kantelen, bevestig hem dan aan
de muur via de voorziene boringen, of bevestig hem
aan de vloer met een op locatie voorziene
vloerbevestiging.
6.
INSTALLATIE VAN DE BUITENUNIT
Plaats hem zoals is beschreven in de installatiehandleiding die
bij de buitenunit werd geleverd.
D
D
300
Model
20/25/35 40/50
63
660
860
1060
1350
1550
1750
Nederlands