DR5013 DIGIREVERSE
5.5 Aansluiting DR5013 met Sensorsecties (S1,S2) zonder LocoNet®
Dit aansluitvoorbeeld toont het gebruik van de DR5013 in combinatie met alleen de Sensorsecties (S1,S2). De bezetmelding van de keerlus gaat via een externe terugmelder, in dit
geval een DR4088CS (S88N). Bij deze aansluiting poolt de DR5013 volledig automatisch en kortsluitvrij om. Het uitrijwissel dient met de "Hand" of via een treinbesturings-
programma te worden geschakeld. Zonder LocoNet® kan er vanuit de DR5013 geen informatie (Railcom® Info, kortsluitmelding etc.) aan de centrale worden doorgegeven.
Werking:
Stel het wissel wordt bijv. in de afbuigende stand geschakeld. De DR5013 "volgt" via de Track Input de geschakelde wisselstand en schakelt de polariteit van de keerlus afhankelijk
van de geschakelde inrijrichting. Vervolgens wordt kortsluitvrij naar sensorsectie S1 gereden en wordt de keerlus via de externe terugmelding FB-CS als bezet aangegeven. Via de
daaraan gekoppelde DR4088CS wordt de bezetmelding aan de centrale doorgegeven. Deze bezetmelding geldt voor het hele keerlustraject (S1, Track, S2). De lok bereikt daarna
de sensorsectie S2, de DR5013 schakelt vervolgens de polariteit van de keerlus om zodat deze met de uitrijrichting overeenkomt. Door het ontbreken van de Loconet® verbinding
kan de DR5013 het uitrijwissel niet omschakelen, dit dient nu door de treinbesturingssoftware te gebeuren.
Staat aan het begin het wissel rechtdoor dan is het verloop hetzelfde, alleen met dit verschil dat de volgorde van de sensorsecties andersom is: (S2 —> S1).
Aansluitingen:
S0
<niet gebruikt>
S1
Sensorsectie S1 (uitrijden)
S2
Sensorsectie S2 (uitrijden)
S3
<niet gebruikt>
Track Keerlussectie T
Vereiste railscheidingen (6x)
FB-CS Externe terugmelder gehele keerlus
FB-CS Rail "Massa"
Om deze aansluiting te realiseren dienen de volgende instellingen via de
DR5013 Configuratie Software te worden gedaan:
Instellingen Sensorsecties: (
Melding via LocoNet® is niet mogelijk)
Alhoewel bij deze aansluiting een terugmelding via LocoNet® niet mogelijk is, dienen
bij de Sensorsecties S1, S2, Track (T) voor het activeren ervan toch de terugmeld-
adressen te worden ingevuld die voor de de desbetreffende Sensorsecties zouden
worden gebruikt. Omdat de Sensorsecties S0 en S3 niet gebruikt worden dient bij de
sensorsecties S0 en S3 de waarde "0" ingevuld te worden.
Wisselmodus:
Voor dit voorbeeld dient de instelling FOLLOW voor de wisselmodus te worden toe-
gepast. Ook dient het wisseladres van het wissel te worden ingevuld.
Wisselstatus:
Beide uitgansposities zijn mogelijk.
www.digikeijs.com
® R-Bus, B-Bus are trademarks which are registered in the name of Modelleisenbahn GmbH. XpressNet and RS-Bus is a trademark registered in the name of Lenz
Stand 2019.01.31
P 29