DR5013 DIGIREVERSE
5.3 Aansluiting DR5013 mit Sensorsecties (S0,S1,S2,S3) en LocoNet®
Dit aansluitvoorbeeld toont het gebruik van de DR5013 in combinatie met de Sensorsecties (S0,S1,S2,S3). Bij deze aansluiting poolt de DR5013 volledig automatisch en kortsluitvrij
om en wordt het in-/uitrijwissel automatisch bij het uitrijden omgeschakeld. Via LocoNet® wordt de diverse informatie (Railcom® Info, Bezetmelding, Kortsluitmelding, etc.) aan de
centrale doorgegeven en kan daarna verder geïnterpreteerd worden.
Werking:
Stel het wissel staat bijv. in de afbuigende stand. De lok bereikt op die manier de inrijsectie S0. Via de bezetmelding daarvan weet de DR5013 nu de positie van de lok en eveneens
de richting waarin de keerlus wordt binnengereden. De DR5013 schakelt nu de polariteit van de keerlus conform deze inrijrichting. Vervolgens wordt kortsluitvrij naar sensorsectie
S1 gereden en wordt via de geïntegreerde bezetmelder via LocoNet® een bezetmelding afgegeven. Wanneer de lok de keerlussectie (Track) bereikt wordt ook deze via de geïn-
tegreerde bezetmelder via LocoNet® als bezet gemeld. Tegelijkertijd wordt in het gehele keerlustraject (S1, Track, S2) de Railcom® informatie van de Lok uitgelezen (Adres, QoS
meldingen, etc.) en aan de centrale doorgegeven. De lok bereikt nu de sensorsectie S2 waardoor de DR5013 weet dat de lok op weg is naar de uitgang van de keerlus . Via de be-
zetmelding van sensorsectie S2 schakelt de DR5013 nu de polariteit van de keerlus om zodat deze met de uitrijrichting overeenkomt. Bovendien schakelt de DR5013 op dit mo-
ment via LocoNet®het uitrijwissel in de juiste stand, zodat de lok probleemloos kan uitrijden.
Staat aan het begin het wissel rechtdoor dan is het verloop hetzelfde, alleen met dit verschil dat de volgorde van de sensorsecties andersom is: (S3,S2 —> S1).
Aansluitingen:
S0
Sensorsectie S0 (inrijden)
S1
Sensorsectie S1 (uitrijden)
S2
Sensorsectie S2 (uitrijden)
S3
Sensorsectie S3 (inrijden)
Track Keerlussectie T
Vereiste railscheidingen (8x)
Om deze aansluiting te realiseren dienen de volgende instellingen via de
DR5013 Configuratie Software te worden gedaan:
Instellingen Sensorsecties:
Bij de Sensorsecties S0, S1, S2, S3, Track (T) dienen de terugmeldadressen te
worden ingevuld die voor de desbetreffende Sensorsecties gebruikt dienen te
worden. De terugmeldadressen voor S1, S2 en Track (T) worden direct in de
DR5013 toegekend, voor de terugmeldadressen voor S0 en S3 dienen de terug-
meldadressen van de DR4088LN-CS te worden opgegeven.
Wisselmodus:
Voor dit voorbeeld dient de instelling SET voor de wisselmodus te worden toe-
gepast. Ook dient het wisseladres van het wissel te worden ingevuld.
Wisselstatus:
Beide uitgansposities zijn mogelijk.
www.digikeijs.com
® R-Bus, B-Bus are trademarks which are registered in the name of Modelleisenbahn GmbH. XpressNet and RS-Bus is a trademark registered in the name of Lenz
Stand 2019.01.31
P 27