DR5013 DIGIREVERSE
5.4 Aansluiting DR5013 mit Sensorsecties (S1,S2) en LocoNet®
Dit aansluitvoorbeeld toont het gebruik van de DR5013 in combinatie met alleen de Sensorsecties (S1,S2). Bij deze aansluiting poolt de DR5013 afhankelijk van de geschakelde
(inrij)wisselstand volledig automatisch en kortsluitvrij om en wordt het in-/uitrijwissel bij het uitrijden automatisch in de goede stand geschakeld. Via LocoNet® wordt de diverse
informatie (Railcom® Info, Bezetmelding, Kortsluitmelding, etc.) aan de centrale doorgegeven en kan daarna verder geïnterpreteerd worden
Werking:
Stel het wissel wordt bijv. in de afbuigende stand geschakeld. De DR5013 "volgt" via de Track Input de geschakelde wisselstand en schakelt de polariteit van de keerlus afhankelijk
van de geschakelde inrijrichting. Vervolgens wordt kortsluitvrij naar sensorsectie S1 gereden en wordt via de geïntegreerde bezetmelder via LocoNet® een bezetmelding afgege-
ven. Wanneer de lok de keerlussectie (Track) bereikt wordt ook deze via de geïntegreerde bezetmelder via LocoNet® als bezet gemeld. Tegelijkertijd wordt in het gehele keer-
lustraject (S1, Track, S2) de Railcom® informatie van de Lok uitgelezen (Adres, QoS meldingen, etc.) en aan de centrale doorgegeven. De lok bereikt daarna de sensorsectie S2, de
DR5013 meldt deze als bezet en schakelt de polariteit van de keerlus om zodat deze met de uitrijrichting overeenkomt. Bovendien schakelt de DR5013 op dit moment via Loco-
Net® het uitrijwissel in de juiste stand, zodat de lok probleemloos kan uitrijden.
Staat aan het begin het wissel rechtdoor dan is het verloop hetzelfde, alleen met dit verschil dat de volgorde van de sensorsecties andersom is: (S2 —> S1).
Aansluitingen:
S0
<niet gebruikt>
S1
Sensorsectie S1 (uitrijden)
S2
Sensorsectie S2 (uitrijden)
S3
<niet gebruikt>
Track Keerlussectie T
Vereiste railscheidingen (6x)
Om deze aansluiting te realiseren dienen de volgende instellingen via de
Om deze aansluiting te realiseren dienen de volgende instellingen via de
DR5013 Configuratie Software te worden gedaan:
DR5013 Configuratie Software te worden gedaan:
Instellingen Sensorsecties:
Instellingen Sensorsecties:
Bij de Sensorsecties S1, S2, Track (T) dienen de terugmeldadressen te worden
Bij de Sensorsecties S1, S2, Track (T) dienen de terugmeldadressen te worden inge-
ingevuld die voor de desbetreffende Sensorsecties gebruikt dienen te worden.
vuld die voor de de desbetreffende Sensorsecties gebruikt dienen te worden. De
De terugmeldadressen voor S1, S2 en Track (T) worden direct in de DR5013 toe-
terugmeldadressen voor S1, S2 en Track (T) worden direct in de DR5013 toegekend.
gekend. Omdat de Sensorsecties S0 en S3 niet gebruikt worden dient bij de sen-
Omdat de Sensorsecties S0 en S3 niet gebruikt worden bij de sensorsecties S0 en S3
sorsecties S0 en S3 de waarde "0" ingevuld te worden.
derhalve de waarde "0" ingevuld worden
Wisselmodus:
Wisselmodus:
Voor dit voorbeeld dient de instelling BOTH voor de wisselmodus te worden
Voor dit voorbeeld dient de instelling BOTH voor de wisselmodus te worden toege-
toegepast. Ook dient het wisseladres van het wissel te worden ingevuld.
past. Ook dient het wisseladres van het wissel te worden ingevuld.
Wisselstatus:
Wisselstatus:
Beide uitgansposities zijn mogelijk.
Für die Grundstellung der Weiche sind beide Einstellungen möglich.
www.digikeijs.com
® R-Bus, B-Bus are trademarks which are registered in the name of Modelleisenbahn GmbH. XpressNet and RS-Bus is a trademark registered in the name of Lenz
Stand 2019.01.31
.
.
P 28