DR5013 DIGIREVERSE
4.9 Eigenschappen van de sensorsecties
Via deze parameters worden de eigenschappen van de sensorsecties en de nummering van de terugmeldadressen van de keerlus toegewezen.
1)
Uitschakelvertraging terugmelding in msec.
2)
Wisselmodus
Modus hoe het wisseladres wordt gebruikt.
(De DR5013 "leest" het wisselcommando van de in- of uitstapwissel via de track-
ingang.)
Uit
Wisselschakeling niet actief.
Volgen De polariteit van de keerlus volgt de stand van het wissel.
Zetten
S1 en S2 stellen het wissel in de juiste uitrijstand.
Beide
Beide opties (Volgen, Instellen) worden gebruikt.
3)
Wisselstatus
Stand van het wissel in de uitgangspositie van de keerlus.
Recht
Uitgangspositie van het wissel rechtdoor
Afbuigen Uitgangspositie van het wissel gebogen
4)
Terugmeldadres Sensorsectie 1 (S1)
(Sensorsectie voor polariteits- en wisselschakeling bij uitrijden)
5)
Terugmeldadres Sensorsectie 0 (S0)
(Keerlus inrij-indicator *optioneel*, indien niet gebruikt vul dan terug-
meldadres "0" in.)
4
5
6
7
8
www.digikeijs.com
® R-Bus, B-Bus are trademarks which are registered in the name of Modelleisenbahn GmbH. XpressNet and RS-Bus is a trademark registered in the name of Lenz
Stand 2019.01.31
1
12
2
3
13
9
10
11
6)
Wisseladres inrijwissel van de keerlus
7)
Terugmeldadres Sensorsectie 3 (S3)
(Keerlus inrij-indicator *optioneel*, indien niet gebruikt vul dan terugmelda-
dres "0" in.)
8)
Terugmeldadres Sensorsectie 2 (S2)
(Sensorsectie voor polariteits- en wisselschakeling bij uitrijden)
9)
Terugmeldadres voor de keerlus (T)
10)
De gewijzige instellingen vastleggen in de Module.
11)
Afsluiten zonder vastleggen.
12)
Eerste Wissel/Accessoire-adres dat gebruikt dient te worden
Instelling:
0 =
Roco® (Verschuiving van Wissel/Accessoire-adressen met 4)
1 =
Wissel/Accessoire-adressen conform Norm RCN 213
(Standaard Instelling!)
13)
Schakelaar/Indicatie wisselstand
14)
Pijl-indicaties voor de zijde van het in- en uitrijden van de keerlus.
15)
Indicaties welke Sensorsecties van de keerlus bezet zijn.
15
15
Toelichting bij kortsluitdetectie:
Indien de DR5013 Keerlusmodule alleen op basis
van kortsluitdetectie dient te werken moet bij de
Sensorsecties (S0-S3) de waarde "0" ingevuld
worden. De de Sensorsecties (S0-S3) kunnen dan
geheel vervallen en er hoeft niets op de Sensor-
aansluitingen S1 en S2 te worden aangesloten.
Uiteraard dient de keerlus (T) aan beide zijden te
worden voorzien van een dubbele railscheiding.
14
De wisselmodus dient op OFF te worden gezet.
P 22