Spoelen, vullen en ontluchten
Kwaliteit verwarmingswater
Het frontpaneel van de modulebox verwijderen
Warmtebron vullen, spoelen en ontluchtenn
Voor het vullen van het grondcircuit zijn water en de volgende
antivriesmiddelen toegestaan:
> monopropyleenglycol
> mono-ethyleenglycol
> ethanol
> methanol
Zorg er bij gebruik van de warmtebron met water of een
waterantivriesmengsel voor dat het water voldoet aan de
kwaliteitseisen voor de verwarmingswaterzijde
Controleer of een vorstbescherming tot -13 °C gegarandeerd is.
Controleer of het antivriesmiddel compatibel is met de ter
plaatse gebruikte materialen voor buisleidingen, afdichtingen
en andere onderdelen.
D e afvoerleiding van de veiligheidsventiel is aangesloten
D e ruimte is geventileerd.
1. Meng het antivriesmiddel zorgvuldig met water in de vereiste
verhouding, voordat de warmtebron ermee wordt gevuld.
Kwaliteit verwarmingswater
AANWIJZING:
- Gedetailleerde informatie vindt u onder andere in de
(Duitse) VDI-richtlijn 2035 "Voorkomen van schade in
warmwaterverwarmingsinstallaties"
- Vereiste pH-waarde: 8,2 tot 10
- Bij aluminiummateralen: pH-waarde: 8,2 tot 8,5
Vul de installatie uitsluitend met gedemineraliseerd
verwarmingswater (demi-water) (zoutarme werkwijze van de
installatie).
Voordelen van de zoutarme werkwijze:
> geringe corrosieve eigenschappen
> geen vorming van ketelsteen
> ideaal voor gesloten verwarmingscircuits
> ideale pH-waarde door zelfalkalisering na het vullen van de
installatie
> indien nodig eenvoudige alkalisering tot een pH- waarde van 8,2
door toevoeging van chemicaliën
2. Controleer de concentratie van het water-antivriesmengsel.
Vorstbeveiliging: -13 °C
3. Vul de warmtebron met het water-antivriesmengsel.
4. Spoel de warmtebroninstallatie.
5. Spoel de installatie, tot deze helemaal luchtvrij is.
6. Ontlucht apparaten met koeling en vanaf 14 kW vermogen via
de ontluchtingsklep aan de koelwisselaar.
7. Vul het apparaat via de kogelkranen in de modulebox.
19