Vergrendelscherm configureren
●
wordt ontgrendeld.
-
Uit
: de schermvergrendeling uitschakelen.
-
Niet veilig
gebruikt zonder PIN-code, wachtwoord of patroon.
-
Patroon
: een ontgrendelingspatroon instellen om het scherm
te ontgrendelen.
-
Geef PIN-code in
scherm te ontgrendelen.
-
Wachtwoord
het scherm te ontgrendelen.
Gegevens eigenaar
●
het scherm in de stand voor schermvergrendeling.
Apparaat coderen
●
het apparaat te coderen om gegevens en informatie op het
apparaat te beschermen. Zodra het apparaat is gecodeerd,
moet u het wachtwoord elke keer ingeven dat u het apparaat
inschakelt. U moet eerst de batterij opladen omdat het meer dan
een uur kan duren om het apparaat te coderen.
Waarschuwing SIM-kaart wijzigen
●
traceren in- of uitschakelen. Met deze functie kunt u uw
apparaat terugvinden in geval van verlies of diefstal.
Waars. berichtontvangers
●
opsporingsbericht van uw verloren apparaat ontvangen.
Externe besturingselementen
●
apparaat kan worden bediend via internet.
SIM-kaartvergrendeling instellen
●
-
SIM-kaart vergrendelen
in- of uitschakelen. Deze functie zorgt ervoor dat het apparaat
pas kan worden gebruikt nadat de PIN-code is ingevoerd.
-
SIM-pincode wijzigen
wijzigen.
Wachtwoorden zichtbaar
●
ingeven gewoon wordt weergegeven.
Apparaatbeheerders
●
weergeven die op uw apparaat zijn geïnstalleerd. U kunt
apparaatbeheerprogramma's activeren om een nieuw beleid op
uw apparaat toe te passen.
: instellen dat de schermvergrendeling wordt
: een PIN-code (numeriek) instellen om het
: een wachtwoord (alfanumeriek) instellen om
: de tekst bewerken die u wilt weergeven in
: een PIN-code of wachtwoord instellen om
: de PIN-code van de SIM- of USIM-kaart
: de apparaatbeheerprogramma's
: instellen hoe het scherm
: de functie Mobiel apparaat
: ontvangers instellen die een
: instellen dat een verloren
:
: de functie voor PIN-vergrendeling
: instellen dat het wachtwoord bij het
Instellingen
106
p. 29
►