›
Mobiele netwerken
•
Pakketgegevens gebruiken
: instellen als u gegevensnetwerken met packet
switching wilt toestaan voor netwerkservices.
•
Roaming
: instellen dat het apparaat met een ander netwerk verbinding maakt
wanneer u buiten bereik van uw eigen netwerk bent (roaming).
•
Namen toegangspunten
: hier stelt u de namen van toegangspunten (APN's) in.
•
Netwerkmodus
: een type netwerk selecteren.
•
Netwerkoperators
: naar beschikbare netwerken zoeken en een netwerk voor
roaming kiezen.
›
USB-instellingen
Diverse USB-verbindingsstanden activeren wanneer u uw apparaat op een pc
aansluit. ► p. 57
Oproepen
De instellingen voor oproepfuncties aanpassen.
74
Instellingen
›
FDN-nummers
•
FDN inschakelen
: de FDN-modus (Fixed Dialling Mode) in- of uitschakelen. In
deze modus kunt u alleen nummers in de FDN-lijst bellen. U moet de PIN2-code
van uw SIM-kaart of USIM-kaart invoeren en het apparaat opnieuw opstarten.
•
PIN2 wijzigen
: de PIN2 wijzigen, die dient ter beveiliging van de primaire
PIN-code. Als de SIM- of USIM-kaart is geblokkeerd, wordt dit menu gewijzigd in
PIN2 deblokkeren.
•
FDN-lijst
: een lijst met contacten voor de FDN-modus instellen.
›
Voicemail
Selecteer uw serviceprovider of stel een andere provider in om voicemail te
ontvangen.
›
Voicemailnummer
Geef het nummer in om toegang tot de voicemailservice te krijgen. U krijgt dit
nummer van uw provider.
›
Video-oproep
•
Standaardafbeelding
: een afbeelding instellen die aan de andere partij wordt
getoond.
•
Mij tonen
: instellen of uw live- of standaardafbeelding aan de andere partij
wordt getoond.
•
Opties voor mislukte gesprekken gebruiken
geprobeerd een spraakoproep tot stand te brengen wanneer een video-oproep
mislukt.
•
Video-oproep doorschakelen
: inkomende video-oproepen naar een ander
nummer doorschakelen.
: selecteren of er moet worden