6 Montage
6.5.2
Flexibele verbrandingsgasleiding monteren
Geldigheid: ⌀ 80
1
6
7
1.
Monteer de steunrail en de steunbocht. (→ Pagina 20)
2.
Bepaal de totale lengte van de flexibele verbrandings-
gasleiding (5) van de schachtmonding tot aan de steun-
bocht en trek hierbij eventueel voorhanden reinigings-
elementen van de totale lengte af.
3.
Maak in eerste instantie enkel een raming van de totale
lengte rekening houdende met de veiligheidstoeslag per
offset.
Voorwaarde: Bij rechte schacht
–
Toeslag: ≥ 500 mm
Voorwaarde: Bij verplaatste schacht
–
Toeslag: ≥ 700 mm
4.
Monteer indien nodig eerst de verbindings- (4) en reini-
gingselementen (3). (→ Pagina 20)
5.
Snijd de flexibele verbrandingsgasleiding in een gleuf
met een zaag of een schaar pas op de juiste lengte af
als u de verbrandingsgasleiding in de schachtmonding
bevestigt.
6.
Bevestig de montagehulp. (→ Pagina 20)
7.
Monteer de afstandshouder (6) op een afstand van
maximaal 2 m aan de flexibele verbrandingsgasleiding.
8.
Leid de flexibele verbrandingsgasleiding van boven al-
tijd in het midden in de schacht, de kabel van de mon-
tagehulp eerst. Trek tegelijk de verbrandingsgasleiding
met de kabel van de montagehulp uit de opstellings-
ruimte van het product door de schacht.
Aanwijzing
De uitvoering van deze stap moet altijd door
twee personen gebeuren.
22
2
3
4
5
9.
Verwijder de montagehulp wanneer de buigzame ver-
brandingsgasleiding volledig in de schacht zit.
10. Steek het insteekelement (7) aan de onderzijde van de
verbrandingsgasleiding in de steunbocht.
11. Schuif het montagekruis (2) via de verbrandingsgasaf-
voerleiding op de schachtwangen.
12. Schuif de aansluitring (1) over de verbrandingsgasaf-
voerleiding.
13. Bevestig de aansluitring met de kliksluitingen boven het
montagekruis.
◁
De rookgasafvoerleiding hangt in het montagekruis.
14. Monteer de schachtkap.
15. Monteer de schachtkap van de buigzame rookgasaf-
voerleiding (→ Pagina 25).
16. Monteer de schachtaansluiting voor van de omgevings-
lucht afhankelijke werking (→ Pagina 30) of de schacht-
aansluiting voor van de omgevingslucht onafhankelijke
werking (→ Pagina 31).
17. Sluit het product op de VLT/VGA aan. (→ Pagina 37)
6.5.3
Aansluiting aan starre
verbrandingsgasleiding ⌀ 80 (PP) monteren
▶
Neem de afstand van de VGA tot componenten van
brandbare materialen in acht.
–
Minimumafstand: 50 mm
▶
Plaats de verbrandingsgasleiding binnen gebouwen al-
leen in ruimtes die permanent van buiten geventileerd
worden.
–
Binnenwerkse doorsnede van de opening: ≥ 150 cm²
–
Als voldoende ventilatie van de ruimtes niet mogelijk
is, dan kiest u de concentrische VLT/VGA.
▶
Als u de schacht niet voor de verbrandingsluchttoevoer
gebruikt, dan moet de verbrandingsgasleiding in de
schacht over de volledige lengte en de volledige omtrek
van achterventilatie voorzien zijn. Hiervoor moet u in
de opstelruimte in de schacht een ventilatieopening
inbouwen.
–
Doorsnede van de ventilatieopening: ≥ 150 cm²
▶
Plaats de horizontale verbrandingsgasbuis met verval
naar het product toe.
–
Verval naar het product: ≥ 3° (50 mm per 1 m buis-
lengte)
▶
Plaats de horizontale luchtbuis met verval naar buiten.
–
Verval van de luchtbuis naar buiten: ≥ 2° (30 mm per
1 m buislengte)
▶
Steek de buizen tussen het product en het verticale deel
van de verbrandingsgasleiding niet tot aan de aanslag in
elkaar.
10 - 15
Montagehandleiding 0020277341_03