6 Montage
6.2.4
Monding van de VGA-installatie monteren
Uit luchtkanalen ontsnapt een erg vochtige afvoerlucht. Deze
kan in de luchtpijp condenseren en schade aan het product
veroorzaken.
▶
Neem de minimumafstanden voor een van de omge-
vingslucht onafhankelijke werking volgens de afbeelding
in acht.
▶
Breng de monding van de verbrandingsgasinstallatie zo
aan dat een veilige afvoer en verdeling van de verbran-
dingsgassen plaatsvindt en het opnieuw naar binnen ko-
men door openingen (vensters, luchttoevoeropeningen
en balkons) in het gebouw verhinderd wordt.
6.2.5
Condens afvoeren
▶
Neem bij de afvoer van condens in het openbare afval-
watersysteem de plaatselijke voorschriften in acht.
▶
Gebruik alleen corrosiebestendig leidingmateriaal voor
de condensafvoerleiding.
6.3
Afstand tot elementen uit brandbaar
materiaal
Bij afzonderlijk aangesloten producten is geen afstand van
de concentrische VLT/VGA of van het bijbehorende verleng-
stuk van componenten uit brandbare bouwmaterialen ver-
eist.
6.4
Algemene werkzaamheden voor de montage
van de verbrandingsgasleiding in de schacht
6.4.1
Oplegrail en steunbocht monteren
1.
Leg de installatieplaats vast.
20
H>0
2.
Maak een voldoende grote doorbraak in de schacht-
zijde.
3.
Boor een gat in de tegenovergestelde schachtzijde.
4.
Snijd de oplegrail indien nodig af (2).
5.
Maak het steunboog (1) vast op de oplegrail zodat de
rookgasafvoerleiding na de plaatsing midden in de
schacht staat.
6.
Plaats de oplegrail met het steunboog in de schacht.
6.4.2
Montagehulp bevestigen
Geldigheid: ⌀ 80
▶
Monteer de dichting in de onderste onbeschadigde rib
van de verbrandingsgasleiding.
▶
Monteer de montagehulp zoals op de afbeelding weer-
gegeven.
6.4.3
Verbindings- en/of reinigingselementen
gebruiken
1
2
A
B
A
Aanwijzing
De flexibele verbrandingsgasleiding kan uit meer-
dere deelstukken, verbonden door de verbindings-
/reinigingselementen, bestaan.
Montagehandleiding 0020277341_03
B