NL
5
ONDERHOUD
5.1
Algemeen
N.B.
Als u zelf reparaties aan de machine uitvoert om eventuele storingen te verhelpen,
wijst ESAB alle verantwoordelijkheid af en kunt u geen aanspraken maken op
schadevergoeding of een beroep doen op de garantie.
BELANGRIJK! Schakel de netspanning uit, voordat u onderhoud pleegt.
Voor het onderhoud van de bedieningsdoos PEK, zie gebruiksaanwijzing
0460 948 xxx, 0460 949 xxx, 0459 839 036.
5.2
Dagelijks
S
Zorg dat de bewegende delen van de lasautomaat vrij blijven van laspoeder en
stof.
S
Controleer of het contactmondstuk en alle elektrische leidingen aangesloten zijn.
S
Controleer of alle schroefverbindingen aangehaald zijn en of de besturing en de
aandrijfrollen niet versleten of beschadigd zijn.
S
Controleer het remkoppel van de remnaaf. Het mag niet zo klein zijn dat de
draadtrommel blijft roteren wanneer de draadtoevoer stopt en het mag niet zo
groot zijn dat de toevoerrollen slippen. De richtwaarde voor het remkoppel van
een draadtrommel van 30 kg is 1,5 Nm.
Remkoppel bijstellen zieop blz. 11.
5.3
Periodiek
S
Controleer elk kwartaal de
koolborstels van de draadmotor,
vervang ze wanneer ze versleten
zijn tot 6 mm.
S
Controleer de schuiven,
smeer indien ze klemmen.
S
Controleer de draadbesturing,
de aandrijfrollen en het
contactmondstuk van de
draad-aanvoereenheid. Vervang
versleten of beschadigde componenten
(zie slijtageonderdelen op blz. 20).
S
Als de aandrijving van de wagen begint te haperen. moet u controleren of de
ketting gespannen is. Span de ketting indien nodig.
S
Wanneer de ketting gespannen moet worden, moet u de moer (*1) losmaken en
aan de excentrische as draaien, en daarna de moer opnieuw aanhalen.
hfa9u1ha
- 18 -