DEURAUTOMATEN
DD-GST
GST.010515
2.3.2 SERVICE
Om ten alle tijden de veiligheid van de gebruikers te kunnen garanderen, moet de veiligheid van de installatie vóór
de eerste inbedrijfstelling en gedurende normaal gebruik, minimaal eenmaal per jaar, door een specialist worden
gecontroleerd. De servicebeurt moet in het controleboekje met datum en handtekening worden bevestigd.
2.3.3 VEILIGHEIDSAPPARATEN
Het is niet toegestaan de veiligheidsapparaten te overbruggen of uit te schakelen. Defecte veiligheidsapparaten mogen
niet worden losgekoppeld om met de installatie te kunnen blijven werken. Hardwarematige veranderingen en wijzigingen
in de instellingen moeten worden vermeld in het controleboek.
2.3.4 STORINGEN
Indien zich storingen voordoen die de veiligheid van de gebruikers mogelijk in gevaar kunnen brengen, moet de
installatie onmiddellijk buiten bedrijf worden gesteld. Ze mag pas weer in bedrijf worden genomen wanneer de storing is
opgelost en elk gevaar is geëlimineerd.
2.3.5 ACCESSOIRES/RESERVEONDERDELEN
Een veilige en betrouwbare werking van de installatie kan alleen worden gegarandeerd indien originele accessoires/
reserveonderdelen van Maasland Groep worden gebruikt. Maasland Groep wijst elke vorm van verantwoordelijkheid
af voor schade die voortvloeit uit onrechtmatige wijzigingen aan de installatie of uit het gebruik van niet-originele
accessoires/reserveonderdelen.
t 088 500 2800
f 088 500 2899
08
info@maaslandgroep.nl
www.maaslandgroep.nl