DEURAUTOMATEN
9.2 STORING ZONDER STORINGSCODES
In sommige gevallen is het technisch onmogelijk de correcte oorzaken van een "foutieve werking" te tonen. Daarom
is onderstaande lijst opgesteld, die de vermoedelijke of al geconstateerde foutieve werking met daarbij de mogelijke
oorzaken evenals de corrigerende maatregel (fouteliminatie) die moet worden genomen.
foutieve gedrag
Deurautomaat reageert niet
* Geen automatische opening
* Geen reactie op de
bedieningselementen (zijkap/E-PSG).
Deurautomaat opent niet.
Deurautomaat sluit niet.
De bedieningsmodus kan niet worden
gewijzigd.
Voorafgaand aan de inbedrijfstelling:
Gedurende handmatige opening
ontmoet de deur belangrijke
weerstand en sluit op hoge snelheid.
t 088 500 2800
f 088 500 2899
info@maaslandgroep.nl
analyse
De programmaselectietoetsen in de
zijkant lichten niet op.
LED 5V (groen) op de regeleenheid
brandt niet.
LED SE (beveiliging, geel) brandt.
Bepaal het actieve beveiliging via het
diagnostische niveau.
LED SE (beveiliging, geel) brandt niet.
LED OE (openingscommando, blauw)
reageert op het openingselement.
Bepaal het openingselement via het
diagnostische niveau.
LED SE (beveiliging, geel) brandt niet.
LED OE (openingsopdracht, blauw)
brandt niet ondanks het actieve
openingselement.
LED SE (beveiliging, geel) brandt.
LED SE (beveiliging, geel) brandt niet.
LED OE (openingsopdracht, blauw)
brandt.
Controleer de bedieningsmodus.
De programmaselectietoetsen in de
zijkant lichten niet op.
Het bedieningsmodussymbool op de
display is onderstreept.
www.maaslandgroep.nl
mogelijke oorzaak
Geen voedingsspanning.
Een of meer beveiligingen zijn actief of
onjuist bekabeld.
Afhankelijk van de ingeschakelde
bedieningsmodus, worden de
openingsopdrachten (inside/outside, etc.)
genegeerd.
De openingsopdracht wordt niet
geëvalueerd.
Een of meer beveiligingen zijn actief of
incorrect bekabeld.
Een openingsopdracht is actief.
De bedieningsmodus OPEN is actief.
De lintkabel is niet correct aangesloten of
is helemaal niet aangesloten.
De bedieningsmodus wordt overschreden
via verbindingsterminal X110.
De aansluitstekker van de motor is niet
juist aangesloten.
DD-GST
GST.010515
oplossing
Schakel de hoofdschakelaar op de
zijkap in.
Meet de voedingsspanning, controleer
de bekabeling en elimineer gebreken.
Mochten de twee hierboven genoemde
maatregelen geen succes hebben,
moet de bedieningseenheid worden
vervangen.
Verwijder het obstakel
Controleer de bekabeling tussen de
beveiliging en de bedieningseenheid,
en elimineer alle geconstateerde
gebreken.
Vervang de beveiliging
Wijzig de bedieningsmodus.
Corrigeer de bekabeling van de
openingselementen.
Controleer de bekabeling tussen
het openingselement en de
bedieningseenheid en elimineer alle
geconstateerde gebreken
Vervang het openingselement
Verwijder het obstakel
Controleer de bekabeling tussen de
beveiliging en de bedieningseenheid
en elimineer alle geconstateerde
gebreken.
Vervang de beveiliging.
Controleer de bekabeling tussen
het openingselement en de
bedieningseenheid en elimineer alle
geconstateerde gebreken.
Vervang het openingselement.
Wijzig de bedieningsmodus.
Controleer de lintkabel en elimineer
alle geconstateerde gebreken.
Wijzig de bedieningsmodus
met behulp van de externe
programmakeuzeschakelaar.
Corrigeer de bekabeling van de
externe programmakeuzeschakelaar.
Sluit de aansluitstekker van de
motor aan op de contactpennen, in
overeenstemming met de toepassing
(opentrekkende/openduwende functie)
(zie hoofdstuk 4.1; Standaardinstelling
= duwfunctie).
59