kOeLeN
Wanneer het apparaat in deze functie is ingesteld kunt u de volgende hande-
lingen verrichten:
•
Met de
-toets kunt u de gewenste ventilatorsnelheid instellen. Door op
de
-toets te drukken verspringt de ventilatorsnelheid als volgt:
Hoogste snelheid
Middelste snelheid
Laagste snelheid
•
Met de knoppen
(tussen 16°C en 32°C). Het display toont deze instelling. Tijdens het
instellen van de temperatuur gaat het lampje "set temp" branden. Na
15 seconden zal de gemeten kamertemperatuur verschijnen. Het lampje
"Room temp" zal gaan branden.
G
Het hangt af van de omgevingscondities af of de gewenste temperatuur
ook werkelijk bereikt kan worden: Het is normaal wanneer de kamer
temperatuur boven de "set temp" blijft.
ONTvOChTIgeN
Als het apparaat (vrijwel) uitsluitend als ontvochtiger wordt gebruikt, breng
dan niet de luchtafvoerslang aan en laat de warme lucht terugstromen in de
te ontvochtigen ruimte. U dient wel een waterafvoerslang op de afvoer 8
aan te brengen (zie hoofdstuk G).
Bij gebruik van de ontvochtigings functie kunt u onder 25ºC geen gebruik
maken van de
-toets: "Ventilatorsnelheid". Deze zal automatisch op 'mid-
delste snelheid' staan. Het wijzigen van de temperatuur instelling heeft in de
ontvochtigings mode geen effect.
LUChTCIRCULaTIe
In deze functie zal het apparaat alleen de lucht circuleren. De ingaande lucht
wordt niet gekoeld of ontvochtigd, maar wel gefilterd.
Als het apparaat in deze functie ingesteld is kunt u de volgende handelingen
verrichten:
•
Met de
-toets kunt u de gewenste ventilatorsnelheid instellen. Door op
de
-toets te drukken verspringt de ventilatorsnelheid als volgt:
Hoogste snelheid
Middelste snelheid
Laagste snelheid
4
Bij het uitschakelen van het apparaat zal de laatst ingestelde functie worden
onthouden.
TIMeR
5
Indien gewenst kunt u gebruik maken van de timer functie. Met deze functie
kunt u het apparaat op een vooraf ingestelde tijd laten in- of uitschakelen.
Ga hiervoor als volgt te werk:
en
wordt de gewenste temperatuur ingesteld
1
35