OPMeRkINg
De slang moet aflopend geplaatst zijn over de gehele lengte.
ONTvOChTIgeN
Als het apparaat (vrijwel) uitsluitend als ontvochtiger wordt gebruikt, breng dan
de luchtafvoerslang J niet aan en laat de warme lucht terugstromen in de te
ontvochtigen ruimte. U dient wel een waterafvoerslang (ø 13 mm. inwendig) naar
een daarvoor geschikte plaats te leiden.
h
ONDeRhOUD
G
PaS OP!
Schakel eerst de unit uit en trek de stekker uit het stopcontact voor u
het apparaat of filter gaat schoonmaken of wanneer u de filters gaat
vervangen.
Gebruik voor het regelmatig schoonmaken van de buitenkant van het apparaat
uitsluitend een zachte, vochtige doek.
Voor het onderhoud van de filters, zie hoofdstuk D "Luchtfilter".
G
OPMeRkINg
Gebruik het apparaat nooit zonder gaasfilter.
I
OPBeRgeN
1
Leeg het waterreservoir (zie hoofdstuk F).
2
Maak het gaasfilter schoon (zie ook hoofdstuk D).
·
Verwijder het actief koolfilter en het 3M
het seizoen en plaats nieuwe filters pas aan het begin van het nieuwe
seizoen. De oude filters zijn geen chemisch afval en mogen weggegooid
worden in de afval-container (niet biologisch afval).
·
Nieuwe filters zijn verkrijgbaar bij uw dealer.
3
Zet het apparaat enkele uren aan in luchtcirculatiestand, waardoor het bin-
nenwerk volledig droog wordt.
4
Bescherm tegen stof en op een droge, niet voor kinderen bereikbare, plaats
opbergen.
HAF filter aan het eind van
TM
1
39