Omschrijving
604
V
Systeemstoring branderautomaat.
810
–
Warmwatertemperatuur 2 uur lang niet geste-
gen.
815
R
Temperatuursensor hydraulische evenwichts-
fles defect.
1013 R
Maximale brandtijdstip is bereikt.
1014 –
De ionisatiestroom is te laag.
1017 R
Waterdruk te laag.
1018 W
Servicetijd afgelopen.
1021 R
Warmwatertemperatuursensor defect.
1022 –
De warmwatertemperatuursensor is defect.
1023 R
Maximale bedrijfsduur inclusief stand-bytijd is
bereikt.
1065 R
Druksensor defect of niet aangesloten.
1068 R
Buitentemperatuursensor of lambdasonde de-
fect.
1073 R
Kortsluiting aanvoertemperatuursensor.
1074 R
Geen signaal van aanvoertemperatuursensor
aanwezig.
Condens 2300i W – 6720891989 (2018/11)
Verhelpen
▶ Toestel resetten.
▶ Blijft de storing na reset bestaan, dan is de toestelelektronica defect en moet wor-
den vervangen.
▶ Het ontsnappen van water voorkomen.
▶ Warmwatertemperatuursensor correct positioneren.
▶ Als er geen spanning gemeten kan worden, is het bedieningspaneel MC10 defect
en moet het vervangen worden.
▶ Als de laadpomp van de boiler van stroom wordt voorzien maar nog steeds niet
werkt, is ze defect en moet ze worden vervangen.
▶ Als de boilerlaadpomp van de boiler niet van stroom kan worden voorzien, is er een
probleem met de kabel tussen het bedieningspaneel en de pomp. Schroefklem-
men en kabel controleren.
▶ Als de 3-wegklep niet van stroom kan worden voorzien, is er een probleem met de
kabel tussen het bedieningspaneel en de pomp. Schroefklemmen en kabel contro-
leren.
▶ Als de 3-wegklep van stroom wordt voorzien maar niet werkt, is het ventiel defect
en moet het worden vervangen.
▶ Als op de aansluitklemmen een spanning van ca. 230 V wordt gemeten en de pomp
niet draait, is de pomp defect en moet deze worden vervangen.
▶ Alle storingen in de leidingen verhelpen. Ontluchten indien nodig.
▶ Bij om het even welke afwijkingen de pomp vervangen.
▶ Verwarming warm water op "Prioriteit" instellen.
▶ Als de afleeswaarden van de waarden in de tabel afwijken de sensor vervangen.
▶ Controleer de sensoraansluiting.
▶ Controleer of de temperatuursensor misschien gebroken of verkeerd ingebouwd
is.
▶ Getoonde boilertemperatuur op plausibiliteit controleren.
▶ Steekverbindingen en kabelboom op contact controleren.
▶ Vervangen boilertemperatuursensor.
–
▶ Waterdruk controleren, eventueel bijvullen tot de insteldruk is bereikt.
▶ Controleren druksensor, eventueel vervangen.
▶ Onderhoud uitvoeren.
▶ Controleren stekker, eventueel correct aansluiten.
▶ Controleren inbouwpositie van de temperatuursensor, eventueel correct monte-
ren.
▶ Controleer de temperatuursensor, eventueel vervangen ( tab. 46, pagina 67).
▶ Controleer de aansluitkabel op onderbreking of kortsluiting, eventueel vervangen.
▶ Toestelelektronica vervangen.
–
▶ Voer inspectie uit.
▶ Controleren stekker, eventueel correct aansluiten.
▶ Controleren druksensor, eventueel vervangen.
▶ Controleer de aansluitkabel op onderbreking of kortsluiting, eventueel vervangen.
▶ Toestelelektronica vervangen.
▶ Contactprobleem oplossen.
▶ Lambdasonde vervangen.
▶ Controleren aanvoertempertuursensor, eventueel vervangen.
▶ Controleer de aansluitkabel op kortsluiting, eventueel vervangen.
▶ Toestelelektronica vervangen.
▶ Controleren stekker, eventueel correct aansluiten.
▶ Controleren aanvoertempertuursensor, eventueel vervangen.
▶ Controleer de aansluitkabel op onderbreking, eventueel vervangen.
▶ Toestelelektronica vervangen.
Storingen
53