Waterbehandeling
2,60
2,40
2,20
2,00
1,80
y
1,60
[m³]
1,40
1,20
1,00
0,80
A
0,60
0,40
0,20
0,00
0
5
10
Afb. 20 Eisen aan het vul- en bijvulwater in °dH voor toestellen < 50 kW
2,60
2,40
2,20
2,00
1,80
y
1,60
[m³]
1,40
1,20
1,00
0,80
A
0,60
0,40
0,20
0,00
0
5
10
15
20
Afb. 21 Eisen aan het vul- en bijvulwater in °fH voor toestellen < 50 kW
x
Totale hardheid
y
Maximaal mogelijk watervolume over de levensduur van de warm-
teproducent in m³
A
Onbehandeld leidingwater kan worden gebruikt.
B
Volledig gedemineraliseerd vul- en bijvulwater met een geleid-
baarheid van ≤ 10 μS/cm gebruiken.
Aanbevolen en toegestane maatregel voor waterbehandeling is de volle-
dige ontharding van het vul- en bijvulwater met een geleidbaarheid
≤ 10 microSiemens/cm (≤ = 10 μS/cm). In plaats van de waterbehan-
deling kan ook een systeemscheiding direct achter de warmteproducent
met behulp van een warmtewisselaar worden uitgevoerd.
Meer informatie over de waterbehandeling kunt u bij de fabrikant opvra-
gen. De contactgegevens vindt u op de achterzijde van deze handleiding.
Antivriesmiddel
Het document 6 720 841 872 bevat een lijst met de vrijgegeven anti-
vriesmiddelen. Voor de weergave kunt u de zoekmachine voor handlei-
dingen op onze internetpagina gebruiken. Het internetadres vindt u op
de achterzijde van deze handleiding.
Condens 2300i W – 6720891989 (2018/11)
B
15
20
25
[°dH]
x
6 720 643 306-05.2O
B
25
30
35
40
45
50
[°fH]
x
0 010 008 145-001
CV-wateradditieven
CV-wateradditieven, bijvoorbeeld corrosiebeschermingsmiddelen, zijn
alleen bij constante zuurstofbelasting nodig, die door andere maatrege-
len niet kan worden voorkomen.
Afdichtingsmiddelen in cv-water kunnen afzettingen in het verwarmings-
lichaam veroorzaken. Wij adviseren daarom dergelijke middelen niet te
gebruiken.
5.4
Grootte van het expansievat controleren
Het volgende diagram hierna maakt een inschatting mogelijk, of het inge-
bouwde expansievat voldoende is of dat een extra expansievat nodig is.
30
Voor de getoonde karakteristieken werden de volgende data aangehou-
den:
• 1 % watervoorraad in het expansievat of 20 % van het nominale volu-
me in het expansievat
• Werkdrukverschil van de overdrukventiel van 0,5 bar
• De voordruk van het expansievat komt overeen met de statische in-
stallatiehoogte boven de cv-ketel.
• Maximale bedrijfsdruk: 3 bar
T [°C]
90
80
70
60
50
40
A
30
0
200
Afb. 22 Karakteristiek van het expansievat
I
Voordruk 0,5 bar
II
Voordruk 0,75 bar (basisinstelling)
III
Voordruk 1,0 bar
IV
Voordruk 1,2 bar
V
Voordruk 1,5 bar
A
Werkgebied van het expansievat
B
Extra expansievat nodig
T
Aanvoertemperatuur
V
Installatie-inhoud in liter
A
▶ In grensgebied: bepaal de exacte grootte van het expansievat con-
form nationale normen.
▶ Wanneer het snijpunt rechts naast de curve ligt: installeer extra ex-
pansievat.
B
V
IV
III
II
I
400
600
800
1000
V
[l]
A
Installatie
1200
0010015911-001
21