AirTop 2000 (S), 3500, 5000
2.4
Montage
De moeren M6 moeten bij de montage van het verwarmingsapparaat AirTop 2000 (S)/ 3500/5000 met een
draaimoment van 6 Nm + 1Nm aangetrokken worden.
De afmetingen voor de montage en de benodigde plaats voor service zijn te vinden op de
montagetekening (afb. 1&2). De horizontale en axiale hoek mag de opgave niet te boven gaan (afb. 3/4).
Tussen het apparaat en de (cabine)vloer wordt de bijgeleverde pakking gemonteerd. Indien de
montageplaat niet vlak is (ribbels tot 1 mm hoogte worden door de pakkingplaat gecompenseerd) dan dient
de plaat vlak getrokken te worden. De pakking/afdichting moet voor iedere hermontage vernieuwd worden.
Belangrijk is dat het verwarmingsapparaat rondom vrij ligt van de montagebodem. Eventuele
vloerbedekking, isolatiemateriaal e.d. dient rondom het apparaat verwijderd te worden. Eventueel is er een
6 mm dikke extra tussenplaat leverbaar. Het aanliggen van de behuizing van het apparaat tegen de
bodem van de montagevloer leidt tot blokkering van de in het apparaat gemonteerde elektromotor.
Afb. 5: Gatenpatroon
De inbouwer dient ervoor te zorgen dat het jaar van ingebruikname definitief kenbaar gemaakt wordt
op het typeplaatje.
2.5
Verwarmingsluchtsysteem
Aan de luchttoevoerzijde van het verwarmingsapparaat is de
temperatuurvoeler gemonteerd. Deze zorgt, afhankelijk van de stand van
het bedieningselement, voor een automatische traploze
capaciteitsregeling. Het verwarmingsapparaat moet daarom met
hercirculerende lucht werken zodat het kan reageren op de
temperatuursontwikkeling in de te verwarmen ruimte. "Kortsluiting" van het
verwarmingsluchtsysteem (aanzuig- en uitblaas vlak boven elkaar) moet
voorkomen worden.
Tevens mag het apparaat geen lucht aanzuigen direct uit het voertuig eigen verwarmingssysteem.
Wanneer het apparaat buiten de te verwarmen ruimte staat, zijn er hulpstukken leverbaar om het
hercirculeren van de verwarmingslucht mogelijk te maken middels een luchtaanzuigslang. De apparaten zijn
ook te gebruiken door toepassing van een externe temperatuurvoeler (standaard in de scheepssets). De
AT 2000 (S) dient bij toepassing met externe voeler als set aangeschaft te worden. Deze voeler (optie)
dient op een gunstige plaats in de te verwarmen ruimte gemonteerd te worden op ca. 1,5 meter hoogte,
niet direct in de uitstroomlucht of in het directe zonlicht.
De temperatuursensor mag niet:
•
direct de warme lucht (van voertuig- resp. verwarmingsapparaat) ontvangen
•
in de buurt van warmtebronnen (bijv. de autoverwarming) gemonteerd worden
•
direct in de zon (bijv. dashboard/stuurkast) liggen
•
achter gordijnen of iets dergelijks gemonteerd worden
4
Afb. 7: Inbouw, let op vrij liggen!
Afb. 6: Pakking
Afb. 8: Voorkom "kortsluiting" luchtcircuit