3.5 Filtersignaal
Het filtersignaal herinnert de gebruiker aan het filteronderhoud
doordat 'F' wordt weergegeven nadat het interval is verstreken (zie
"Onderhoud").
Dit interval is 6 maanden.
Opnieuw instellen: Na het filteronderhoud geeft u aan dat de
herinnering is ontvangen en opnieuw is ingesteld door de
bedieningsknop 5 seconden lang ingedrukt te houden.
LET OP!
Bij een stroomstoring of als de ventilatie-eenheid is uitgeschakeld,
wordt de functie filtertijd niet gestopt/opnieuw ingesteld.
3.6 Schakelaar voor draadloze bediening (optie)
De ventilatie-eenheid kan worden bediend door een of meer
schakelaars voor draadloze bediening.
1
2
Afb. 3.2 Schakelaar voor draadloze bediening
1 -knop
(0, auto, 1, 2, 3, 4, aanvoer>afvoer*)
(afvoer*>aanvoer, 4, 3, 2, 1, auto, 0)
2 -knop
(afvoer*>aanvoer*)
*hangt af van de
apparaatconfiguratie, mogelijk niet
aanwezig
Met de knoppen en (omhoog en omlaag) stelt u de
bedrijfmodus in.
Met de knop "Auto" zet u de ventilatie-eenheid in de stand voor
minimale werking. Als de eenheid voorzien is van een optionele
luchtkwaliteitsensor, wordt de luchtstroom automatisch traploos
bijgesteld, afhankelijk van de kwaliteit van de lucht in de ruimte.
Met de knop "Max" zet u het apparaat in de stand voor maximale
werking gedurende 15 minuten. Daarna wordt de eerder
ingestelde bedrijfsmodus hersteld.
LET OP!
De meest recent gespecificeerde bedrijfsmodus wordt altijd
ingesteld, ongeacht of de wijziging werd doorgevoerd via een
draadloos bediende schakelaar of met de bedieningsknoppen
van de ventilatie-eenheid.
LET OP!
De zender op de muur bevat geen batterijen en is daarom
geheel onderhoudsvrij.
3
4
3 Max-knop
(55 m
/u voor 15 min, keert daarna
3
terug naar vorige bedrijfsmodus)
4 Auto-knop
(zonder luchtkwaliteitsensor naar
/u, met luchtkwaliteitsensor
m
3
traploze volumestroomregeling)
3.7 Luchtkwaliteitsensor (optie)
De luchtkwaliteitsensor is alleen actief in de modus Automatisch.
3.8 Tips voor energiebesparing
Naast de bescherming van de structuur van het gebouw, de
verbetering van de luchtkwaliteit en de verhoging van het comfort
draagt de ventilatie-eenheid ook bij aan een optimale efficiëntie
van het gebouw. Daarom raden we u aan de ventilatie-eenheid niet
uit te schakelen als er gedurende lange tijd niemand in het gebouw
is.
3.8.1 Ramen
Natuurlijk kunnen ook ramen worden geopend terwijl de ventilatie-
eenheid in bedrijf is, bijvoorbeeld voor snelle ventilatie. Bij lage
buitentemperaturen moeten de ramen gesloten blijven in verband
met de warmteterugwinning. De kostbare warmte blijft zo in het
gebouw behouden, warmteverliezen worden tot een minimum
beperkt en zo bespaart u op de verwarmingskosten.
3.8.2 Filters
Vuile filters zijn een oorzaak van een t0egenomen
energieverbruik van de ventilatie-eenheid. Ze moeten daarom
regelmatig worden gecontroleerd.
4 Storingen
Er worden filter- en foutberichten weergegeven op het display
van de ventilatie-eenheid.
display
Oorzaak
y
F
Filterbericht
Niets
Geen voeding of interne
weergegeven
storing
Ventilatorstoring
E1
buitenlucht/aanvoerlucht
Ventilatorstoring
afvoerlucht/uitstromende
E2
lucht
E3
Sensorstoring buitenlucht
E4
Sensorstoring afvoerlucht
LET OP!
Het foutbericht wordt weergegeven via een knipperende 'E' (voor
ERROR) samen met de betreffende foutcode.
LET OP!
Laat alleen een bevoegde deskundige reparaties uitvoeren.
Gebruik alleen originele reserveonderdelen van de fabrikant.
Besturing
Status
Maatregel
Filteronderhoud,
In bedrijf
lezing bericht
bevestigen
Uit
Schakel de voeding
in en uit.
Uit
Als dat niet werkt,
ontkoppel dan het
Uit
apparaat en laat
een installateur of
de klantenservice
de storing
Uit
verhelpen
Uit
E 7