Inhoudsopgave
Advertenties
2 Beschrijving van het apparaat
2.1 Doel
De ventilatie-eenheid is ontworpen voor de beheerste levering en
afvoer van warmte voor vorstvrije woonruimten. Deze wordt
geïnstalleerd in een buitenmuur. De ventilatie-eenheid is niet
bedoeld om nieuw gebouwde huizen te drogen.
2.2 Structuur
In de volgende afbeelding ziet u de basisstructuur van de
ventilatie-eenheid
1
5
Afb. 2.1 Onderdelen van de ventilatie-eenheid
1 voorpaneel binnenmuur met filter
2 bedieningspaneel met display
3muurdoorvoer,vierkant
4 insectenhor
2.3 Bedieningswijze
De ventilatie-eenheid is voorzien van twee energiebesparende en
vrijwel geruisloze ventilatoren met DC-technologie en zo wordt
bereikt dat de lucht in woonruimten op een beheerste manier
ververst wordt.
Gebruikte lucht wordt afgezogen als afvoerlucht (uitgaande
lucht) en naar buiten afgevoerd als uitstromende lucht.
Tegelijkertijd wordt frisse instromende lucht van buiten af
aangezogen en gefilterd de ruimte ingebracht als aanvoerlucht
(binnenkomende lucht).
De twee luchtstromen, die van elkaar worden gescheiden in de
ventilatie-eenheid,
worden
kruistegenstroomwarmtewisselaar. Hiermee wordt de warmte in
de afgevoerde lucht teruggewonnen en de aangevoerde lucht
verwarmd. Op deze manier wordt het grootste deel van de
warmte in de ruimte behouden. frisse buitenlucht wordt de
ruimte ingeleid.
2.4 Vereisten voor de installatielocatie
De ventilatie-eenheid wordt geïnstalleerd in een buitenmuur. De
temperatuur van de lucht in de ruimte mag niet onder de +10 °C
dalen. Geschikte locaties voor de installaties zijn buitenmuren in
alle woonkamers en slaapkamers, alsmede keukens, badkamers,
bijkeukens en opslagruimten/koelruimten.
4
2
2
2
6
5 ventilatie-eenheid)
(in muurdoorvoer)
6voorpaneel
buitenmuur
condensaatafvoer
geleid
via
Er moet in voldoende vrije ruimte worden
luchtcirculatie en onderhoudswerkzaamheden. De afstand tot de
muren of een object ( gordijnen, meubilair enzovoorts) moet ten
minste 10 cm bedragen Er moet ten minste 50 cm vrije ruimte zijn
voor de eenheid ( en zo mogelijk nog meer, ten behoeve van een
ongehinderde luchtstroom).
Afb. 2.2 Luchtstromen en minimumafstanden ( bovenaanzicht)
1 ventilatie-eenheid
2 voorpaneel binnenmuur met filter
(binnenkomende lucht)
3 bedieningspaneel met display
4 voorpaneel buitenmuur
lucht)
WAARSCHUWING!
Er moet te allen tijde vrije toegang zijn tot de ventilatie-eenheid en
de automatische zekering waarmee de stroomvoorziening kan
worden uitgeschakeld.
LET OP!
De luchtinlaat- en uitlaatopeningen en de luchtdoorvoeropeningen
mogen niet geblokkeerdbedekt of gesloten zijn, zodat een
ongehinderde luchtstroom i
gewaarborgd. De instellingen die zijn opgegeven door de
bevoegde technicus mogen niet worden gewijzigd.
WAARSCHUWING!
Aanpassingen of wijzigingen van de eenheid of van het
geïnstalleerde
systeem
aanpassingen kunnen een negatief effect hebben op de veiligheid
en daarom moet dat werk worden overgelaten aan een bevoegde
technicus.
een
2.5 CE-markering
De ventilatie-eenheid is ontworpen en gebouwd volgens
relevante Europese normen en richtlijnen en voldoet daarmee aan
de elementaire normen op het gebied van gezondheid en
veiligheid. Dit blijkt uit de bijgevoegde
overeenstemming en de CE-markering op de eenheid. Voor de
installatie en het gebruik moeten eventuele aanvullende
toepasselijke
nationale wetten, richtlijnen en voorschriften
worden opgevolgd.
B
ESCHRIJVING VAN APPARAAT
voorzien voor
5 instromende buitenlucht
6 aanvoerlucht
7 afvoerlucht (uitgaande lucht)
8 afvoerlucht (uitstromende
als
geheel
alsmede
EG-verklaring van
structurele
de
E 5
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
