VEILIGHEIDSINFORMATIE
t
MOTORFIETSEN ZIJN TWEEWIELI-
GE
VOERTUIGEN.
1
GEBRUIK
EN
WERKING
AFHANKELIJK VAN JUISTE RIJ-
TECHNIEKEN EN VAN DE DESKUN-
DIGHEID VAN DE BESTUURDER.
ELKE BESTUURDER MOET BEKEND
ZIJN MET DE VOLGENDE VEREIS-
TEN ALVORENS MET DEZE MOTOR
TE GAAN RIJDEN.
HIJ OF ZIJ MOET:
G
DOOR
EEN
INFORMATIEBRON
ZIJN INGELICHT OVER ALLE
ASPECTEN VAN HET MOTO-
RRIJDEN.
G
ZICH HOUDEN AAN DE WAARS-
CHUWINGEN EN ONDERHOUD-
SEISEN
VERMELD
GEBRUIKERSHANDLEIDING.
G
GRONDIG GETRAIND ZIJN IN
VEILIGE EN CORRECTE RIJ-
TECHNIEKEN.
G
GEBRUIKMAKEN VAN PROFES-
SIONELE TECHNISCHE SERVI-
CE, ZOALS AANGEGEVEN IN DE
GEBRUIKERSHANDLEIDING
EN/OF WANNEER DE MECHA-
DAU10251
NISCHE CONDITIES DIT VEREI-
SEN.
HUN
VEILIG
ZIJN
Veilig rijden
G
Controleer de machine altijd voor
u gaat rijden. Een zorgvuldige
controle kan een ongeval helpen
voorkomen.
G
Deze motorfiets is gebouwd voor
het vervoer van de bestuurder
plus een passagier.
G
Het niet opmerken en herkennen
COMPETENTE
van motorfietsen door andere
GRONDIG
weggebruikers vormt de belan-
grijkste oorzaak van auto-/moto-
rongevallen. Vaak worden onge-
vallen veroorzaakt doordat een
autobestuurder de motor niet
heeft gezien. Zorg dat u opvalt,
IN
DE
dat blijkt het meest effectief om
het risico op een dergelijk type
ongeval te verminderen.
Dus:
• Draag een jack in felle kleuren.
• Wees extra voorzichtig bij het
naderen en passeren van krui-
singen, daar doen ongelukken
met motorfietsen zich namelijk
het meest voor.
G
G
1-1
• Ga daar rijden waar andere
weggebruikers u kunnen zien.
Ga niet rijden in de dode zicht-
hoek van een andere wegge-
bruiker.
Bij veel ongevallen zijn onervaren
bestuurders betrokken. Veelal
zijn bestuurders die bij een onge-
val betrokken waren zelfs niet in
het bezit van een geldig motorrij-
bewijs.
• Zorg dat u bekwaam bent om
te rijden en leen uw motorfiets
alleen uit aan ervaren motorrij-
ders.
• Weet wat u wel en niet aan-
kunt. Door rekening te houden
met uw beperkingen helpt u
ongelukken voorkomen.
• We raden aan om het motorrij-
den te oefenen op plekken
waar geen verkeer is, totdat u
grondig bekend bent met de
motor en zijn bediening.
Ongelukken worden vaak veroor-
zaakt door een fout van de
motorbestuurder. Veel bestuur-
ders houden bij het ingaan van
een bocht een TE HOGE RIJS-