Banden
Let ten aanzien van de voorgeschre-
ven banden op het volgende voor een
optimale prestatie, levensduur en vei-
lige werking van uw motorfiets.
Bandspanning
De bandspanning moet voor elke rit
worden gecontroleerd en indien nodig
worden bijgesteld.
s WAARSCHUWING
s
G
De bandspanning moet worden
gecontroleerd en afgesteld ter-
wijl de banden koud zijn (wan-
neer de temperatuur van de
banden gelijk is aan de omge-
vingstemperatuur).
G
De bandspanning moet worden
aangepast aan de rijsnelheid
en het totale gewicht van rijder,
passagier, bagage en acces-
soires dat voor dit model is
vastgesteld.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
DAU21560
Bandspanning (gemeten op koude
banden):
Tot 90 kg (198 lb):
Voor:
180 kPa (25 psi) (1,8 kgf/cm
Achter:
200 kPa (28 psi) (2,0 kgf/cm
90 kg (198 lb)~maximale:
Voor:
190 kPa (27 psi) (1,9 kgf/cm
Achter:
DWA10500
230 kPa (33 psi) (2,3 kgf/cm
Maximale belasting*:
196 kg (432,18 lb)
* Totaal gewicht van motorrijder,
passagier, bagage en accessoires
s WAARSCHUWING
s
De aanwezigheid van bagage heeft
grote invloed op het weggedrag, de
rem- en rij-eigenschappen en de
veiligheid van uw motor. Neem daa-
rom de volgende voorzorgsmaatre-
gelen in acht.
G
DE
OVERBELADEN! Rijden met
een overbeladen motorfiets
kan leiden tot beschadiging
2
)
2
)
2
)
2
)
DWA11020
MOTORFIETS
NOOIT
6-14
van de banden, controleverlies
of ernstig letsel. Zorg dat het
totale gewicht van de motorrij-
der, de passagier, de bagage
en de gemonteerde accessoi-
res nooit het voorgeschreven
maximumlaadgewicht voor de
machine overschrijdt.
G
Vervoer geen los verpakte spu-
llen die tijdens de rit kunnen
gaan schuiven.
G
Bevestig de zwaarste spullen
op veilige wijze dicht bij het
midden van de motorfiets en
verdeel het gewicht over beide
zijden.
G
Pas de luchtdruk in de wielop-
hanging en de bandspanning
aan
op
het
te
vervoeren
gewicht.
G
Controleer vóór iedere rit de
conditie en spanning van de
banden.
6