Doorbuiging aandrijfketting
bijstellen
2 3
1
5
1. Splitpen uit de wielasmoer
2. Wielasmoer
3. Borgmoer
4. Stelbout spanning aandrijfketting
5. Uitlijnmerktekens
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
DAU22920
2
b
a
a
3
b
4
1. Wielasmoer
2. Borgmoer
3. Stelbout spanning aandrijfketting
4. Uitlijnmerktekens
1. Verwijder de splitpen uit de wie-
lasmoer, en draai de wielasmoer
daarna los.
2. Draai de borgmoer los op de ket-
tingspanner, op beide uiteinden
van de achterbrug.
3. Draai de stelmoer op beide
uiteinden van de achterbrug in de
richting (a) om de aandrijfketting
strakker te stellen. Stel de ketting
losser door de stelmoer op beide
uiteinden van de achterbrug in de
richting (b) te draaien en dan het
achterwiel naar voren te drukken.
OPMERKING:
1
Gebruik voor een goede wieluitlijning
de uitlijnmerktekens aan beide zijden
van de achterbrug, om zeker te zijn
dat beide stelmoeren dezelfde positie
hebben.
LET OP:
Een slecht gespannen aandrijfket-
4
ting overbelast de motor en andere
vitale delen van de motorfiets,
waardoor de ketting kan slippen of
breken. Om dit te voorkomen moet
de spanning van de aandrijfketting
binnen het voorgeschreven bereik
blijven.
4. Draai de borgmoeren vast en zet
5. Plaats een nieuwe splitpen in de
6-22
dan de wielasmoer vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.
Aanhaalmoment:
Wielasmoer:
90 Nm (9,0 m•kgf, 65,1 ft•lbf)
wielasmoer, en buig de uiteinden
zoals getoond.
DCA10570
6