8. Sluit 1 zwarte en groene connector aan op de
connector van de achterrichtingaanwijzer, en de zwarte,
rode en oranje connector op de connector van het
stoplicht/achterlicht
Overzicht kabelingangen
1. Connectorkabel
2. Zwarte en rode connector
3. Zwarte en groene
connector
4. Zwarte, rode en oranje
connector
9. Herhaal
De beugels monteren (bladz. 5)
procedure aan de rechterzijde van de machine.
De zekeringen en de kentekenplaat
monteren
1. Monteer de zekeringen (10 en 15 A) onder de claxon,
zie
Figuur
7.
1. Zekering (10 A)
(Figuur
6).
Figuur 6
5. Connector van
kentekenplaat
6. Connector van
richtingaanwijzer
7. Connector
stoplicht/achterlicht
en deze
Figuur 7
2. Zekering (15 A)
2. Boor een gat met een diameter van 8 mm in het midden
van het schot, 15 mm van de middellijn van het schot
(Figuur
8).
WAARSCHUWING
Draag altijd oogbescherming als u boort of
andere handelingen uitvoert.
1. Gat van 8 mm
3. Monteer het schot en de bevestigingsplaat voor de
kentekenplaat (item 6); gebruik hierbij de 4 bouten en
ringen die u eerder verwijderd hebt
1. Bevestigingsplaat voor
kentekenplaat
2. Ring
7
Figuur 8
(Figuur
9).
Figuur 9
3. Bout