Figuur 23
1. Schroef
2. Bedieningspaneel
2. Til het paneel voorzichtig omhoog en zorg ervoor dat
de connectors naar de bestaande schakelaars op hun
plaats blijven zitten.
3. Leid het lange uiteinde van de connectorkabel naar
beneden langs de bedieningsarm
Figuur 24
1. Lichtschakelaar
2. Schakelaar voor
gevarenverlichting
3. Connectorkabel
4. Aansluiten op
hoofdkabelboom.
3. Bedieningseenheid
(Figuur
24).
5. Bedieningsarm
6. Bedieningseenheid
7. Schakelaar
richtingaanwijzer
4. Sluit aan op de stekker met meerdere pinnen op de
hoofdkabelboom onderaan de bedieningsarm.
5. Aan de achterkant van de bedieningseenheid, boven
de sleutelschakelaar, verwijdert u de ongebruikte
schakelaarpanelen tussen de schakelaar voor
automatisch beperkt heffen en de zwaailichtschakelaar
(Figuur
25).
1. Schakelaar voor
automatisch beperkt
heffen
2. Schakelaar lampen
6. Duw de connectors en draden door de openingen voor
de schakelaars.
7. Sluit de lichtschakelaar en de gevarenlichtschakelaar
aan; gebruik voor de identificatie ervan de labels op
de connectors
(Figuur
8. Druk op het bedieningspaneel de afsluitplaat naast de
claxon eruit, en breng de richtingaanwijzerschakelaar
aan.
1. Schakelaar richtingaanwijzer
12
Figuur 25
3. Schakelaar voor
gevarenverlichting
4. Zwaailichtschakelaar
25).
Figuur 26