De juiste temperatuur
^ Kies de door u gewenste variant door
de X - toets aan te tippen.
^ Tip ter bevestiging de instaptoets
aan.
^ Tip de X - toets zo vaak aan, totdat in
de aanduiding ; verschijnt.
^ Tip de instaptoets aan.
U zit nu niet meer in de instellingsmo-
dus.
Wanneer u in de instellingsmodus
zit, wordt het deuralarm automatisch
uitgeschakeld.
Zodra de deur van het apparaat
wordt gesloten, is het deuralarm
weer geactiveerd.
24
Temperatuuraanduiding
De temperatuuraanduiding op het
bedieningsveld geeft altijd de ge-
wenste temperatuur aan.
De temperatuuraanduiding knippert,
wanneer
– er een andere temperatuur wordt in-
gesteld;
– de temperatuur in het apparaat een
paar graden is gestegen, wat wijst
op een koudeverlies.
Dit koudeverlies is geen probleem wan-
neer u:
– de deur van het apparaat een keer
vrij lang geopend houdt, bijv. om een
grote hoeveelheid producten in het
apparaat te leggen of er uit te halen;
– verse levensmiddelen invriest.
Is de temperatuur vrij lange tijd ho-
ger dan -18°C, controleer dan of de
ingevroren levensmiddelen geheel
of gedeeltelijk zijn ontdooid.
Is dat het geval, verbruik deze le-
vensmiddelen dan zo snel mogelijk.