13. Belangrijke veiligheidsinformatie
Gebruik van het apparaat, de bijbehorende
aansluitingen of de kabels dat niet in overeenstemming
is met het beoogd gebruik zoals vermeld in de
gebruiksaanwijzing (bijv. de USB-kabel rond de nek
hangen), kan lichamelijk letsel tot gevolg hebben.
Als u een machine bedient, moet u oppassen dat er
geen onderdelen door de machine worden gegrepen.
De mini-USB-poort mag alleen voor het beschreven
doel worden gebruikt.
Gebruik voor de oplader alleen apparatuur met een
EN60950- en/of EN60601-1-certificatie met een
outputkwalificatie van 5 V DC, minimaal 500 mA.
Waarschuwing: elektrische schok. Steek niet alleen
de losse adapter in een contactdoos.
Gebruik het apparaat niet in explosieve omgevingen
(mijnen of industriële gebieden met explosiegevaar,
70
70
zuurstofrijke gebieden of gebieden waarin
ontvlambare anesthetica worden gebruikt) of waarin
elektronische apparatuur verboden is.
Het gebruik van deze apparatuur naast of in
combinatie met andere apparatuur moet worden
vermeden, aangezien het kan leiden tot onjuiste
werking. Indien een dergelijk gebruik noodzakelijk is,
dienen deze apparatuur en andere apparatuur te
worden geobserveerd om er zeker van te zijn dat ze
naar behoren functioneren.
Het gebruik van accessoires, transducers en kabels,
anders dan degene die door de fabrikant van deze
apparatuur zijn gespecificeerd of meegeleverd, kan
leiden tot verhoogde elektromagnetische emissies of
verlaagde elektromagnetische immuniteit van deze
apparatuur en leiden tot onjuiste werking.
Draagbare RF-communicatieapparatuur (inclusief
randapparatuur zoals antennekabels en externe
antennes) moet op meer dan 30 cm van elk onderdeel
van de ComPilot II worden gebruikt, inclusief de door
de fabrikant gespecificeerde kabels. Indien dit niet in
acht wordt genomen, kan dit leiden tot verslechtering
van de prestaties van deze apparatuur.
71