Serialisering
Serialisering (ofwel het aanbrengen van een volgorde) dient voor het automatisch toevoegen
van op elkaar volgende cijfers of letters op af te drukken labels. De seriefunctie plaats
opeenvolgende het volgende cijfer of de volgende letter in een vooraf bepaalde volgorde op
aparte labels. Het aantal gemaakte labels wordt bepaald door de sequentiewaarden die u
invoert.
Serialisering kan worden gecombineerd met andere tekst op een label. Alle tekst op een label
met serialisering wordt op alle labels samen met de geserialiseerde gegevens herhaald. U kunt
geserialiseerde gegevens ook in streepjescodes verwerken. U kunt niettemin maar één
geserialiseerde gegevensset per labelbestand hebben. (Dat wil zeggen: u kunt niet twee
verschillende serievolgordes op één label plaatsen).
Hoe werkt serialisering?
Serialisering is alfanumeriek, met nummers van 0 tot 9 en letters A-Z. Serialisering bestaat uit
een startwaarde, een eindwaarde en een stapgrootte. De startwaarde is het cijfer of de letter
waarmee de serievolgorde begint. (U kunt verschillende cijfers of letters in de reeks gebruiken.
Maar u kunt geen cijfers en letters in dezelfde serialisatie combineren). De eindwaarde vormt
het afsluitpunt van de serie.
De wijzigingswaarde is de waarde die wordt toegevoegd aan het vorige getal in de volgorde
om het volgende getal in de serie te leveren. (De wijzigingswaarde kan niet op 0 worden
ingesteld.) Als u bijvoorbeeld de startwaarde instelt op 1, de eindwaarde op 25 en de
wijzigingswaarde op 4, krijgt u: 1, 5, 9, 13, 17, 21, 25.
Opmerking:
letter A het eerst in het alfabet (1), B is de tweede (2), C de derde (3), enzovoorts.
Bij het op volgorde zetten van letters wordt de stapgrootte nog steeds als een cijfer
ingevoerd.
Letters staan op volgorde van hun plaats in het alfabet. Zo staat de
Hoe werkt serialisering?
®
®
BMP
21-PLUS/BMP
21-LAB Gebruikershandleiding
47
Serialisering