Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Dell 1130 Gebruikershandleiding pagina 25

Inhoudsopgave

Advertenties

Als u de grafische interface niet gebruikt of het stuurprogramma niet hebt kunnen installeren, moet u het
stuurprogramma in de tekstmodus gebruiken.
Volg de stappen 1 tot en met 3, voer [root@localhost Linux]# ./install.sh in en volg daarna de instructies op het
terminalscherm. De installatie is voltooid.
Voor het verwijderen van het stuurprogramma volgt u de bovenstaande installatie-instructies, maar voert u
[root@localhost Linux]# ./uninstall.sh in op het terminalscherm.
Als de printer niet correct werkt maakt u de installatie van het stuurprogramma ongedaan en installeert u het
opnieuw.
Volg de onderstaande stappen om de installatie van het stuurprogramma voor Linux ongedaan te maken.
Zorg ervoor dat het apparaat op uw computer is aangesloten en ingeschakeld is.
1.
Wanneer het venster Administrator Login verschijnt, typt u "root" in het veld Login en voert u het
2.
systeemwachtwoord in.
U moet zich aanmelden als supergebruiker (root) om de installatie van de printersoftware ongedaan te maken. Als
u geen supergebruiker bent, neemt u contact op met uw systeembeheerder.
Plaats de meegeleverde software-cd in het cd-/dvd-station.
3.
De cd-rom wordt automatisch gestart.
Als de cd niet automatisch wordt gestart, klikt u onderaan op het bureaublad op het pictogram
terminalvenster verschijnt, typt u het volgende:
Als het cd-romstation ingesteld is als secundaire master en de te koppelen locatie /mnt/cdrom is,
[root@localhost root]#mount -t iso9660 /dev/hdc /mnt/cdrom
[root@localhost root]#cd /mnt/cdrom/Linux
[root@localhost Linux]#./uninstall.sh
Het installatieprogramma wordt automatisch gestart als AutoRun is geïnstalleerd en geconfigureerd.
Klik op Uninstall.
4.
Klik op Next.
5.
Klik op Finish.
6.
Uw printer lokaal delen
Volg onderstaande stappen om ervoor te zorgen dat de computers uw apparaat lokaal delen.
Als de hostcomputer via een USB-kabel rechtstreeks op het apparaat is aangesloten en met de lokale netwerkomgeving
is verbonden kan de clientcomputer die met het lokale netwerk is verbonden het gedeelde apparaat gebruiken om af te
drukken via de hostcomputer.
Hostcomputer
Een computer die rechtstreeks met het apparaat is verbonden via een USB-kabel.
1
Clientcomputers
Computers die gebruikmaken van het apparaat dat gedeeld wordt via de hostcomputer.
2
Windows
Instellen als hostcomputer
Het stuurprogramma van uw printer installeren. (Zie
1.
Het stuurprogramma installeren voor een apparaat dat via het netwerk is
Klik op het menu Start in Windows.
2.
In Windows 2000 selecteert u Instellingen > Printers.
3.
In Windows XP/Server 2003 selecteert u Printers en faxapparaten.
In Windows Server 2008/Vista selecteert u Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Printers.
In Windows 7 selecteert u Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Apparaten en printers.
In Windows Server 2008 R2 selecteert u Configuratiescherm > Hardware > Apparaten en printers.
Het stuurprogramma installeren voor een
aangesloten.)
. Als het
USB-apparaat,

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

1130n

Inhoudsopgave