13 Installatie van de leidingen
1
2~6
a
b
e
4
1
A-A'
a
Aansluiting afvoerleiding (bevestigd aan de unit)
b
Afvoerslang (accessoire)
c
Metalen klem (accessoire)
d
Groot afdichtingskussen (accessoire)
e
Isolatiedeel (afvoerleiding) (accessoire)
f
Afvoerleiding (lokaal te voorzien)
Controle op waterlekken
De procedure verschilt afhankelijk van of de elektrische bedrading al
voltooid is of niet. Als de elektrische bedrading nog niet is voltooid,
moet u de gebruikersinterface en de voeding tijdelijk aansluiten op
de unit.
Wanneer de installatie van het systeem nog niet voltooid is
1 Sluit de elektrische bedrading tijdelijk aan.
▪ Verwijder het servicedeksel.
▪ Sluit de gebruikersinterface aan.
▪ Sluit de elektrische voeding aan.
▪ Breng het servicedeksel weer aan.
a
Servicedeksel met bedradingsschema
b
Klemmenstrook gebruikersinterface
c
Klemmenstrook voeding
2 Schakel de voeding IN.
3 Begin de werking met alleen ventileren (zie de uitgebreide
handleiding
of
de
gebruikersinterface).
4 Giet ongeveer 1 l water langzaam in de uitlaat van de
luchtuitblaas en controleer op lekken.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
16
c
d
f
2
5
A
A
A'
A'
≤4 mm
d
c
3
b
a
b
a
c
servicehandleiding
van
de
6
a
Plastic gieter
b
Serviceafvoeruitlaat (met rubberen blindprop). Gebruik
deze uitlaat voor de afvoer van water uit de lekbak
c
Locatie condenswaterpomp
d
Aansluiting afvoerleiding
e
Afvoerleiding
5 Schakel de voeding UIT.
6 Koppel de elektrische bedrading los.
▪ Verwijder het servicedeksel.
▪ Maak de elektrische voeding los.
▪ Koppel de gebruikersinterface los.
▪ Breng het servicedeksel weer aan.
Wanneer de installatie van het systeem al voltooid is
1 Begin de koelwerking (zie de uitgebreide handleiding of de
servicehandleiding van de gebruikersinterface).
2 Giet ongeveer 1 l water langzaam in de waterinlaat en
controleer op lekken (zie
systeem nog niet voltooid
13
Installatie van de leidingen
13.1
Koelmiddelleiding voorbereiden
13.1.1
Vereisten voor de koelmiddelleidingen
VOORZICHTIG
De
leidingen
beschreven in
Alleen
mechanische
+flareverbindingen) die conform de nieuwste versie van
ISO14903 zijn, kunnen worden gebruikt.
OPMERKING
De leidingen en andere drukvoerende delen moeten
geschikt zijn voor koelmiddel. Gebruik met fosforzuur
gedeoxideerde, naadloze koperen leidingen voor de
koelmiddelleidingen.
▪ Vreemde stoffen in de leidingen, waaronder oliën die tijdens de
fabricage worden gebruikt, mogen niet meer dan 30 mg/10 m
bedragen.
Diameter koelmiddelleidingen
Diameters voor leidingaansluitingen van de binnenunit:
Klasse
20~50
63~125
e
d
c
b
a
"Wanneer de installatie van het
is" [ 4 16]).
MOETEN
worden
geïnstalleerd
"13 Installatie van de
leidingen" [ 4 16].
verbindingen
(bv.
Buitendiameter leiding (mm)
Vloeistofleiding
Gasleiding
Ø6,4
Ø12,7
Ø9,5
Ø15,9
FXFQ20~125BVEB
VRV-systeemairconditioner
4P540926-1F – 2023.06
zoals
braseren