19-BEVEILIGINGEN EN ALARMEN
TEKST OP HET
DISPLAY
A08
VENT.ROOK
A09
ROOKGASSENSONDE
A11
REDUCTIEMOT
A13
TEMP KAART
A14
SENSOR ACTIVE
A18
BEVEILIGINGEN
A19
WATERSONDE
A20
HULPSONDE
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Verveelvoudiging verboden
AARD VAN HET PROBLEEM
Defect rookgassenventilator.
Rookgassensonde defect.
Defect reductiemotor toevoerschroef.
Elektronische kaart oververhit
Probleem sensor Active
Interventie beveiligingen
Watersonde defect
Hulpsonde defect
OPLOSSING
Controleer de reiniging van de onderste kamer (zie
pagina's betreffende de reiniging van de kachel) en
controleer of er geen verstoppingen zijn; reinig, annuleer
het alarm.
Als het alarm aanhoudt, neemt u contact op met de
assistentiedienst.
Neem contact op met een erkende assistentiedienst om
de controle en eventuele vervanging van dit component
uit te voeren.
Het component werkt niet naar behoren.
Neem contact op met een erkende assistentiedienst om
de controle en eventuele vervanging van dit component
uit te voeren.
Wacht tot de koelfase is beëindigd, annuleer het alarm en
verminder het laden van pellets (menu INSTELLINGEN -
Recept pellet). Neem contact op met de assistentiedienst
als het alarm niet verdwijnt.
Werkingsstoring van de sensor Active Plus. Neem contact
op met een erkende assistentiedienst om de controle en
eventuele vervanging van dit component uit te voeren.
Te hoge watertemperatuur, inwerkingtreding van de
thermostaat (*zie volgende pagina).
Te lage waterdruk: controleer de druk
van de hydraulische installatie.
Inwerkingtreding luchtdrukschakelaar: controleer de
correcte sluiting van het pelletreservoir en van de deur.
Verstopping van het rookkanaal.
Neem de spanning naar de kachel weg.
Als het alarm aanhoudt, neemt u contact op met de
assistentiedienst
Mogelijk defect van het beveiligingscomponent. Neem
contact op met een erkende assistentiedienst om de
controle en eventuele vervanging van dit component uit
te voeren.
Mogelijk defect van het component.
Controleer of de sonde die in de installatie is ingebracht
beantwoordt aan de kenmerken die in de instructies zijn
gespecificeerd (zie externe sonde).
Neem contact op met een erkende assistentiedienst om
de controle en eventuele vervanging van dit component
uit te voeren.
33