3.3 Draaiknop en thermostaat
Om de elektrische oven te kunnen gebruiken
dient de keuze-draaiknop (nr 6) te worden
gebruikt. Met behulp van deze knop kan de
beste manier van verwarmen van de oven
voor het gerecht worden uitgekozen. De
thermostaat (nr 4) dient te worden ingesteld
Afb. 6
op de gewenste temperatuur.
De verschillende soorten verwarming van de oven zijn voorgesteld op de
onderstaande symbolen; als de ingestelde temperatuur is bereikt dan blijft de
thermostaat tijdens het bakken op een vast niveau.
3.4. Veiligheidsthermostaat
Om onveilige oververhitting door onjuist gebruik van het apparaat of door een
defect
onderdeel
te
voorkomen,
is
de
oven
uitgerust
met
een
veiligheidsthermostaat die de stroomtoevoer verbreekt in het geval van onjuiste
werking van het apparaat.
Het onderbreken van de werking van de thermostaat gebeurt automatisch als
gevolg van het verlagen van de temperatuur van de oven. In het geval dat de
thermostaat in werking trad vanwege onjuist gebruik, is het genoeg om de oven te
laten afkoelen en de oorzaak van het in werking treden van de thermostaat te
verwijderen om opnieuw van de oven gebruik te kunnen maken; maar als de
thermostaat in werking trad vanwege beschadigde onderdelen, dan is het nodig
om de interventie van de servicedienst in te roepen.
3.5. Controlelampjes
afb. 6
Betreffende
op dezelfde pagina.
De oven is uitgerust met 2 controlelampjes. De eerste, gemarkeerd met
7
nummer
, afb. 6, laat de stroomtoevoer van een willekeurig onderdeel zien,
8
terwijl de tweede, gemarkeerd met nummer
, is aangesloten op de
thermostaat en werkt met pauzes en signaleert de werking van de thermostaat
om een vaste temperatuur in de oven vast te houden.