Inhoudsopgave
Advertenties
19 Reinigen
Druk achtereenvolgens op de volgende toetsen‐
combinatie:
► Druk op „STOP" (3).
De maairobot wordt gestopt en geblokkeerd
► Druk op „STOP" (3) en houd de knop net
zolang ingedrukt totdat de lichtstrook (4) volle‐
dig rood brandt.
► Druk op „STOP" (1).
De lichtstrook (4) knippert twee keer. De ver‐
grendeling van de maairobot is geactiveerd.
► Druk op „STOP" (3) en houd de knop net
zolang ingedrukt totdat de lichtstrook (4) volle‐
dig rood brandt en ten slotte twee keer rood
knippert.
De modus "winterslaap" is geactiveerd. De
accu van de maairobot wordt volledig opgela‐
den. Alle extra functies zijn gedeactiveerd.
Na de winterpauze moet de maairobot worden
geactiveerd, zodat deze weer gereed is voor
gebruik:
► Plaats de maairobot in het maaivlak.
► Druk op de toets "Start" (5).
De modus "Winterslaap" is gedeactiveerd en
de maairobot is weer gereed voor gebruik.
18.3
Maairobot, dockingstation,
laadkabel en adapter bewaren
► Bewaar de maairobot, het dockingstation, de
laadkabel en de adapter zodanig dat aan de
volgende voorwaarden wordt voldaan:
– Maairobot, dockingstation, laadkabel en
adapter bevinden zich buiten bereik van kin‐
deren.
– Maairobot, dockingstation, laadkabel en
adapter zijn schoon en droog.
– Maairobot, dockingstation, laadkabel en
adapter bevinden zich in een gesloten
ruimte.
– De accu van de maairobot is opgeladen.
– Alle componenten worden niet buiten de
aangegeven temperatuurgrenzen bewaard,
23.6.
– Maairobot, dockingstation, laadkabel en
adapter kunnen niet kantelen.
– De maairobot kan niet wegrijden.
– De maairobot staat rechtop op de wielen.
– Er liggen geen voorwerpen op de maairo‐
bot.
De maairobot kan ook aan een muurhouder wor‐
den bewaard. De muurhouder is als toebehoren
verkrijgbaar.
0458-012-9601-A
LET OP
■ Als de maairobot niet overeenkomstig de
beschrijving in deze handleiding wordt opge‐
borgen, kan de accu diep ontladen en daar‐
door onherstelbaar beschadigd raken.
► Laad de accu op voordat u deze bewaart.
19 Reinigen
19.1
Maairobot reinigen
WAARSCHUWING
■ De snijkanten van de messen/klingen zijn
scherp. De gebruiker kan zich snijden.
► Draag werkhandschoenen van slijtvast
materiaal.
► Stop de maairobot en activeer de vergrende‐
ling.
► Reinig de kap en het bedieningspaneel met
een vochtige doek.
► Reinig de laadcontacten met een vochtige
doek.
1
► Pak de maairobot aan de voorste handgreep
(1) en aan de achterste handgreep (2) vast.
► Zet de maairobot op de zijkant en borg deze
tegen omvallen.
3
► Controleer de stop (3) van de diagnose-aan‐
sluiting op beschadigingen en goed vastzitten.
► Reinig het maaiwerk (4) met een zachte straal
water.
► Maak vastzittend vuil los met een houten
stokje of een zachte borstel en spoel af met
een zachte straal water.
Nederlands
2
4
221
Advertenties
Inhoudsopgave
